Deze week is Las Vegas the place to be voor wie van gadgets houdt. De stad organiseert jaarlijks 's werelds grootste beurs voor consumentenelektronica. Drones, monowheels, smart watches, 3D-printers... Het aanbod is enorm. De gadgetbeurs besteedt speciale aandacht aan de volgende twee 'hebbedingen': de elektrische wagen en de VR-bril. Over deze laatste gadget voelden we Dominique Deckmyn, technologiejournalist bij De Standaard, enkele maanden geleden aan de tand.
Het was een van de blikvangers op de voorbije Nacht van de Standaard: een virtual reality film, waarin kijkers journalist Yves Delepeleire gedurende een hele werkdag konden volgen bij het maken van een artikel over de asielcrisis. Dominique Deckmyn, technologiejournalist van De Standaard: “Virtual reality is een volledig nieuw medium, dat ook journalistiek kan werken. We zullen reportages en documentaires kunnen beléven.”
"Het idee rond virtual reality journalistiek ontstond een vijftal jaar geleden. Voormalig Newsweek-correspondente Nonny de la Peña wilde langs die weg de hongersnood in Los Angeles onder de aandacht brengen. De film Hunger in Los Angeles ging in première op het Sundance Film Festival van 2012. Wat bezoekers door de virtuele bril zagen, deed hen haast wenen van verontwaardiging. Een nieuwe en krachtige vorm van belevingsjournalistiek was geboren. Dominique Deckmyn volgt de ontwikkelingen op de voet. “Wetenschappers onderzoeken de toepassing van virtual reality al ruim dertig jaar. Plots is die technologie heel toegankelijk geworden, door de opkomst van smartphones. Hun beeldschermen en bewegingssensoren zorgen nu voor betaalbare VR-brillen. Het aanbod van virtuele games gaat in stijgende lijn. Meer en meer mensen gaan ook spontaan experimenteren met de apparatuur, op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Zo zijn ook de eerste journalistieke documentaires tot stand gekomen. En het moet gezegd: er bestaat momenteel geen meer directe manier om de realiteit weer te geven.”
Hoe ver staan de toepassingen bij ons?
“De eerste toepassingen vinden we vooral in de bedrijfs- en reclamewereld. Hier en daar dook er al eens een bril op, bijvoorbeeld op een vakantiebeurs, om een bestemming te promoten. Intussen zijn er ook al redelijk wat virtuele games beschikbaar. Maar het documentaire-aanbod is nog heel beperkt. Het blijft voorlopig een beetje zoeken naar content die in de richting van virtual reality journalistiek gaat. Voorlopig biedt Google Cardboard de beste toegang tot virtual reality. Daarmee kun je elk type smartphone omvormen tot een virtual reality-bril. Filmpjes vind je in de app-stores van Apple en Google. Maar ook daar is het aanbod nog beperkt. De grote doorbraak van virtual reality komt er in 2016, hoewel 2014 vooropgesteld werd. Alles duurt wat langer dan verwacht.”
Waarin ligt de toegevoegde waarde van virtual reality journalistiek?
"Elk medium heeft natuurlijk z’n sterke en zwakke punten. Bij De Standaard geloven we uiteraard in de kracht van het woord. Neem nu de migrantenproblematiek, die we zo krachtig mogelijk proberen te verwoorden met getuigenissen, opiniestukken en duiding. Foto’s ondersteunen het geheel. Wie video gebruikt, heeft weer andere mogelijkheden om mensen aan te spreken. Virtual reality doet er nog een schep bovenop. Met virtual reality creëer je een heel directe beleving. Je kunt iemand laten zien en voelen hoe het is om op een bepaalde plaats te zijn. Het is trouwens lang geleden dat er nog een nieuw journalistiek instrument ter beschikking kwam.”
Wat kan de ontwikkeling van virtual reality journalistiek betekenen voor een krant als De Standaard?
“Daar hebben we nog geen duidelijk antwoord op. Zo lang onze lezers niet over de nodige apparatuur beschikken om virtual reality journalistiek te beleven, heeft het weinig zin om al initiatieven te lanceren. Natuurlijk kunnen we hierop anticiperen, bijvoorbeeld door abonnees alvast een Google Cardboard te geven. Toch is het momenteel nog altijd een geknoei om zo’n filmpje te starten op de smartphone.”
Kan virtual reality journalistiek onze kijk op de wereld veranderen, denk je?
“Een virtual reality-beleving is uiterst objectief. De camera staat er gewoon, zonder een cameraman die de focus bepaalt. De camera filmt in 360 graden en is dus inherent objectiever dan een gewone videocamera. Met virtual reality heb je dus een cameraman die een locatie kiest, maar natuurlijk blijft de kijker nog altijd zelf beslissen waar hij naar kijkt. En dat maakt virtual reality zo uniek.”
Deze bijdrage verscheen in het septembernummer van het VVJ-ledenblad De Journalist