Open (overheids)data:voer voor goede journalistiek
Alarm! Een journalist wil (overheids)data…Nee, veeleer is dat een kwestie van hoera !
Journalistiek (her)gebruik van overheidsdata impliceert zinvol (her)gebruik van overheidsinformatie ten bate van een breed publiek.
Die openbaarmaking dient de transparantie van het bestuur en het recht op informatie van de burger, in één woord: de democratie.
Cfr. journalistieke werken over
-
Verkeersveiligheid, bijvoorbeeld het Grote Fietspadenrapport
-
Gezondheidszorg: het Grote Ziekenhuisrapport
-
Milieubeleid: hoe staat het met de bodemkwaliteit, het bosbestand of de oppervlaktewateren?
-
Arbeidsbeleid: rendeert de activering van welbepaalde doelgroepen ?
-
Onderwijsinformatie: het Grote Scholenrapport
-
Sport en doping(beleid)
-
Bevolkingsstatistieken
-
Verkiezingsinformatie
-
Bedrijfsinformatie
-
...
Eerst iets over journalistiek…
+ Iedereen is potentieel journalist (journalistiek = vrij)
-
Professionele, autonome nieuwsmedia à beroepsjournalisten (of journalisten van beroep) = wettelijk statuut gekoppeld aan voorwaarden en met faciliteiten
-
Bedrijfspers
-
Burgerjournalistiek
-
Kranten, magazines
-
Omroepen (radio, tv)
-
Online
+ De toekomst is crossmediaal
! Crisis in de media !
! Maar tegelijk biedt de digitale revolutie enorme kansen !
… en onderzoeksjournalistiek
(inclusief datajournalistiek)
Onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen bestaat…
… maar springt niet uit de band.
Cfr. beperkt aantal beroepen op de WOB
Overwegingen van hoofdredacties en uitgevers:
-
Onderzoeksjournalistiek biedt journalistiek-informatieve en maatschappelijke meerwaarde, en levert interessante mogelijkheden tot profilering in de digitale informatie-overvloed.
-
Maar onderzoeksjournalistiek is duur, en loopt het risico – in het licht van de mediaconcurrentie en de digitale omloopsnelheid van het nieuws – onvoldoende te renderen.
Aanvullende, ondersteunende initiatieven:
-
- Fonds Pascal Decroos (opgericht in 1998; Vlaamse overheidssubsidie van € 300.000)
-
- VVOJ (Vlaams-Nederlandse Vereniging van Onderzoeksjournalisten)
-
- Journalismfund.eu
-
- VVOJ-conferenties met Databootcamps
-
- Data Havest Conference
-
- …
OPENBAARHEID VAN BESTUUR:
van groot belang, ook voor journalisten !
Wettelijke basis
Artikel 32 Grondwet: elke burger heeft het recht om bestuursdocumenten te raadplegen en er een afschrift van te krijgen.
-
Federale wet van 11 april 1994
-
Vlaams decreet van 26 maart 2004 / Vlaams decreet van 27 april 2007
-
Bijzondere regelingen voor Rijksregister, Bevolkingsregister, Kruispuntbank Sociale Zekerheid, Kadaster.
Raad van Europa:
-
Artikel 10 EVRM + jurisprudentie EHRM
-
Comité van ministers: aanbeveling
EU:
-
Verordening over de toegang tot milieu-informatie
OPENBAARHEID VAN BESTUUR
in HET VLAAMSE OPENBAARHEIDSDECREET
technische fiche voor journalisten
-
De zogenaamde actieve openbaarheid van bestuur – d.i. de plicht voor openbare besturen om welbepaalde informatie publiek te maken – wordt hier niet belicht.
Wel de passieve openbaarheid van bestuur, d.w.z.
Een bestuurinstantie moet aan iemand die daarom vraagt, de gewenste bestuursdocumenten openbaar maken, door inzage te verlenen, uitleg te geven of een afschrift te overhandigen.
Wie kan vragen ?
Elke persoon.
Men moet in principe geen persoonlijk belang doen blijken, tenzij de aanvraag informatie van persoonlijke aard betreft.
Journalisten kunnen dus principieel toegang krijgen tot bestuursdocumenten met een algemeen belang.
Alle journalistiek, en zeker de zogenaamde ‘onderzoeksjournalistiek’, kan hier voordeel uit halen.
Let wel, zeker als journalist, op het onderscheid tussen raadpleging (kennisneming, consultatie) en hergebruik van een bestuursdocument – zie verder.
Bij welke overheidsintanties ?
-
publieke overheden
-
personen of rechtspersonen door een overheid ingezet en gecontroleerd
-
personen of rechtspersonen door een overheid belast met een taak van algemeen belang
Welke documenten ?
Alle informatie in het bezit van een administratieve overheid.
Schriftelijke stukken, maar ook geluids- en beeldopnamen, notulen, processen-verbaal, statistieken, contracten, films, foto’s...
Het document moet niet noodzakelijk zijn opgemaakt door de betrokken overheid, het volstaat dat het in diens bezit is.
Uitzonderingen:
Facultatieve formele uitzonderingen
-
de aanvraag is te algemeen geformuleerd of kennelijk onredelijk
-
de aanvraag slaat op bestuursdocumenten die niet af of onvolledig zijn
Absolute uitzonderingen
-
afbreuk aan een geheimhoudingsplicht
-
afbreuk aan de persoonlijke levenssfeer (tenzij toestemming van de betrokkene)
-
afbreuk aan het geheim van politieke beraadslaging
-
bestuursdocumenten opgesteld ten behoeve van een strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie
-
bestuursdocumenten opgesteld voor een tuchtvordering (zolang niet is afgehandeld)
-
bestuursdocumenten door iemand vrijwillig en vertrouwelijk verstrekt (tenzij toestemming van de betrokkene)
Relatieve uitzonderingen (af te wegen tegen het algemeen belang van openbaarmaking)
-
een economisch, financieel of commercieel belang van een betrokken instantie
-
de vertrouwelijkheid van de federale of internationale betrekkingen van Vlaanderen
-
de vertrouwelijkheid van commerciële en industriële informatie in functie van een legitiem economisch belang (tenzij de informatieverschaffer instemt)
-
de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid van een eerlijk proces
-
de vertrouwelijkheid die nodig is voor de administratieve handhaving, een interne audit of de politieke besluitvorming
-
de openbare orde en de veiligheid.
Terbeschikkingstelling: hoe ?
-
In de door de aanvrager gewenste vorm
-
Als dit tijd of geld zou kosten: in de beschikbare vorm
Mogelijkheid van hergebruik ?
Zijn géén herbruikbare bestuursdocumenten:
-
bestuursdocumenten waarvan de intellectuele eigendom bij derden berust
-
bestuursdocumenten die raken aan de persoonlijke levenssfeer of de nationale veiligheid
-
informatieproducten met een toegevoegde waarde die de overheid zelf produceert
-
bestuursdocumenten van openbare omroepen
-
bestuursdocumenten van onderwijs- en onderzoeksinstellingen
-
bestuursdocumenten van culturele instellingen zoals musea, bibliotheken, archieven, orkesten, theaters...
In principe bepaalt elke instantie zelf of het hergebruik van de bestuursdocumenten is toegestaan.
Die toestemming is onvoorwaardelijk of voorwaardelijk (licentie).
[Op basis van een beslissing van de Vlaamse regering:]
Hergebruik van documenten van Vlaamse ministeries en intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid is steeds toegelaten.
(voor zowel commerciële als niet-commerciële doeleinden)
Geen exclusiviteit, geen discriminatie.
Vergoeding ?
Niet noodzakelijk.
Als gevraagd, moet ze redelijk (kostendekkend) zijn.
Bij weigering: verzetmogelijkheid
de Beroepsinstantie inzake de Openbaarheid van Bestuur
http://openbaarheid.vlaanderen.be
DE PRAKTIJK: meer dan eens problemen…
-
- Knack versus de minister van Financiën in verband met openbaarheid gunstmaatregelen voor de tabaksindustrie
-
- Diverse lokale verslaggevers versus gemeentebesturen in verband met de openbaarheid van verslagen (en agenda’s) van het schepencollege
-
- ….
OPEN (OVERHEIDS) DATA:
voer voor almaar betere journalistiek !
Het Vlaams beleid dat sinds 2011 met betrekking tot open data wordt gevoerd, kan journalistiek gezien enkel worden toegejuicht en ondersteund.
Conceptnota van 23 september 2011 met 6 strategische krachtlijnen:
1. Open data worden de norm binnen de Vlaamse overheid - gesloten data kunnen enkel mits expliciete verantwoording.
2. Hergebruik van open data is toegestaan, ook voor commerciële doeleinden, gratis of tegen een billijke vergoeding.
3. Open data maken gebruik van open standaarden. Open data zijn niet echt open indien geen gebruik wordt gemaakt van open standaarden.
4. Open data uit authentieke gegevensbronnen waar het kan.
5. Open data volgens een integrale benadering. Ook de lokale overheden in Vlaanderen zijn belangrijke leveranciers van data. Samenwerking over de bestuurslagen heen biedt een sterke meerwaarde.
6. VO-bedrijfsinformatie in een centraal repertorium. Datasets uit deze gegevens over de Vlaamse overheid kunnen na een concrete beslissing van de Vlaamse Regering als open data ter beschikking gesteld worden.
Waar OVERHEIDSINFORMATIE en JOURNALISTIEKE NIEUWSGIERIGHEID elkaar kruisen …
Journalistiek (her)gebruik van overheidsdata impliceert zinvol (her)gebruik van overheidsinformatie ten bate van een breed publiek.
Die openbaarmaking dient de transparantie van het bestuur en het recht op informatie van de burger, in één woord: de democratie.
Het Vlaams beleid dat sinds 2011 met betrekking tot open data wordt gevoerd, kan journalistiek gezien enkel worden toegejuicht en ondersteund.
Verwachtingen van journalisten m.b.t. overheidsdata
-
Zoveel mogelijk
Open data als norm (gesloten data als te verantwoorden uitzondering)
-
Betrouwbaar
Zoveel mogelijke authentieke gegevensbronnen
-
Makkelijk vindbaar
Belang van goede indexen
-
Toegankelijk
Belang van open standaarden
-
Kosteloos
Eventuele vergoeding voor hergebruik: de journalistieke component van nieuwsmedia is te beschouwen als niet-commerciële entiteit, dus: geen vergoeding.
De soms gespannen maar ook paradoxale verhouding tussen overheidsinformatie en journalistieke belangstelling
Journalisten zullen soms aanspraak maken op méér overheidsdata dan er officieel ter beschikking worden gesteld.
Met name de beperking ‘in het belang van de overheid’ zal regelmatig niet stroken met het journalistieke perspectief om ‘maatschappelijk relevante’ informatie ‘in het algemeen belang’ maximaal te ontsluiten.
Maar ook de beperkingen ter bescherming van persoonlijke of zakelijk-commerciële-industriële belangen komen niet altijd overeen met de journalistieke invalshoek om te informeren.
Anderzijds zullen journalisten niet automatisch gebruik maken van alle overheidsdata die hen ter beschikking worden gesteld.
Zie de deontologische spelregels: onder meer persoonsgebonden rechten, zoals die op privacy.
Code van de Raad voor de Journalistiek
Goedgekeurd door de VZW Vereniging van de Raad voor de Journalistiek op 20 september 2010
BEGINSELEN
Het recht op informatie en vrije meningsuiting is een fundamenteel mensenrecht en een essentiële voorwaarde voor een democratische samenleving.
De pers heeft het recht en de plicht om het publiek te informeren over zaken van maatschappelijk belang.
Het recht van het publiek om de feiten en de opinies te kennen bepaalt de journalistieke vrijheid en verantwoordelijkheid.
De verantwoordelijkheid van de journalist tegenover het publiek veronderstelt een maximale vrijheid en heeft voorrang op zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn werkgever en die tegenover de overheid.
De journalist legt zich daarbij normen op, die volgen uit het respect voor andere fundamentele mensenrechten. Die normen vloeien voort uit zijn plicht om (I) waarheidsgetrouw te berichten, (II) onafhankelijk informatie te garen en te verstrekken, (III) fair op te treden en (IV) respect te betonen voor het privéleven en de menselijke waardigheid.
De journalist kan van sommige bepalingen van deze code afwijken als een voldoende gewichtig maatschappelijk belang dat vereist en de informatie niet op een andere manier kan gebracht worden. De bepalingen waarop deze afwijking van toepassing is, worden hierna aangeduid met (*).
Een aantal bepalingen van deze code worden aangevuld met concrete richtlijnen, die als bijlage bij de code worden gevoegd. Deze bepalingen worden hierna aangeduid met (?).
I. - WAARHEIDSGETROUW BERICHTEN
1. – De journalist bericht waarheidsgetrouw. Dit vloeit voort uit het recht van het publiek om de waarheid te kennen.
2. – De journalist publiceert alleen informatie waarvan de oorsprong hem gekend is. De journalist checkt de waarachtigheid van de informatie. In de mate van het mogelijke, en voor zover dit relevant is, maakt hij de bron van zijn informatie bekend.
3. – De journalist schrapt of verdraait geen essentiële informatie in teksten, beelden, klankfragmenten of andere documenten. Bij het verwerken van vraaggesprekken geeft hij de verklaringen van de geïnterviewde getrouw weer en respecteert hij de geest van het gesprek.
?
4. – De journalist maakt voldoende het onderscheid tussen zijn feitelijke berichtgeving en zijn commentaar duidelijk voor het publiek.
In zijn berichtgeving maakt de journalist het onderscheid tussen feiten, veronderstellingen, beweringen, en opinies duidelijk voor het publiek.
5. – De journalist zet loyaal de relevante feitelijke informatie recht die hij onjuist weergegeven had.
6. – De journalist verleent desgevraagd loyaal een wederwoord om relevante feitelijke informatie recht te zetten of aan te vullen. Een vraag om wederwoord kan enkel om ernstige redenen afgewezen worden.
II. - ONAFHANKELIJK INFORMEREN
7. – De journalist en zijn redactie genieten een maximale vrijheid van informatie, van commentaar en van kritiek, en zij oefenen die in verantwoordelijkheid uit.
8. – Als auteur van een opiniebijdrage, een column of cartoon geniet de journalist een grotere mate van vrijheid om zijn mening te geven en om conclusies te trekken uit de feiten dan in zijn feitelijke berichtgeving.
9. – De journalist en zijn redactie bewaren hun onafhankelijkheid en weren elke druk. De journalist aanvaardt slechts redactionele richtlijnen van de redactieverantwoordelijken. De journalist heeft het recht om opdrachten die niet stroken met de journalistieke ethiek te weigeren.
?
10. – De journalist vermijdt belangenvermenging met personen of organisaties waarmee hij beroepshalve in contact komt.
11. – De journalist leent zich niet tot reclame of propaganda en laat zich niet onder druk zetten door adverteerders of door belanghebbenden bij de informatie.
Reclameboodschappen en ingezonden mededelingen worden zodanig gebracht dat de lezer, kijker en luisteraar ze niet kan verwarren met de eigen berichtgeving.
12. – De journalist neemt geen voordeel in ontvangst dat zijn onafhankelijkheid in gevaar brengt.
13. – De journalist gebruikt financiële informatie, waarvan hij kennis heeft en voordat die aan het publiek openbaar is gemaakt, niet in zijn eigen belang of dat van zijn omgeving. De journalist onthoudt zich van elke vorm van misbruik van voorkennis en marktmanipulatie.
?
14. – Het staat de redactie vrij ingezonden brieven en andere reacties van een naschrift te voorzien of niet te plaatsen. Wijziging en inkorting zijn toegestaan zolang de inhoudelijke essentie en de toonzetting behouden blijven.
De redactie beheert in volle onafhankelijkheid haar webforums en draagt de verantwoordelijkheid voor dit beheer.
?
III. - FAIR PLAY
15. – De journalist gebruikt loyale methodes om informatie, foto's, beelden en documenten te verkrijgen of te verwerken.*
De journalist maakt geen misbruik van zijn hoedanigheid, in het bijzonder ten aanzien van mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie zoals minderjarigen, slachtoffers van criminaliteit, rampen en ongevallen, en hun familie.
16. – Voor informatie wordt niet betaald*. Enkel voor de exclusiviteit van beeldmateriaal of interviews kan worden betaald op voorwaarde dat dit de vrije nieuwsgaring niet in het gedrang brengt.
17. – Bij het vergaren van informatie maakt de journalist zichzelf en het doel van zijn optreden bekend.*
?
18. – De journalist pleegt geen plagiaat.
19. – De journalist beschermt de identiteit van zijn bronnen aan wie hij vertrouwelijkheid heeft toegezegd, en van bronnen van wie hij wist of moest weten dat zij hem informatie hebben toegespeeld in de verwachting dat hij hun identiteit niet zou onthullen.*
20. – Wanneer een journalist in zijn berichtgeving zelf ernstige beschuldigingen uit, met name wanneer die de eer en de goede naam betreffen, is het aangewezen dat hij de betrokkene voor de publicatie of de uitzending contacteert en hem loyaal de kans biedt hierop te reageren.*
21. – De journalist maakt met bronnen of andere gesprekspartners geen afspraken die zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen. Maar gemaakte afspraken moeten wel worden nageleefd, met name wanneer het gaat over het noemen van namen of de voorinzage van teksten. Precies om die reden moeten afspraken ook duidelijk en ondubbelzinnig zijn.
?
IV. - RESPECT VOOR HET PRIVELEVEN EN DE MENSELIJKE WAARDIGHEID
22. – De journalist houdt rekening met de rechten van eenieder die in de berichtgeving voorkomt. Hij weegt die rechten af tegenover het maatschappelijk belang van de informatie.
23. – De journalist respecteert het privéleven van personen en tast het niet verder aan dan noodzakelijk in het maatschappelijk belang van de berichtgeving.
De journalist gaat in het bijzonder omzichtig om met mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie, zoals minderjarigen, slachtoffers van criminaliteit, rampen en ongevallen, en hun familie.
?
24. – De journalist respecteert de menselijke waardigheid en tast ze niet verder aan dan noodzakelijk is in het maatschappelijk belang van de berichtgeving.
De journalist vermijdt overdrijving bij het vrijgeven van beelden en/of details, ook wanneer de feiten de publieke opinie sterk beroeren.
?
25. – De journalist uit geen ongegronde verdachtmakingen of beschuldigingen.
26. – De journalist respecteert het leed van slachtoffers en hun omgeving en bij zijn nieuwsgaring dringt hij zich niet ongepast op.
27. – De journalist die persoonlijkheidskenmerken vermeldt zoals etnische oorsprong, huidskleur, seksuele geaardheid vermijdt stereotypering, veralgemening en overdrijving, en zet niet aan tot discriminatie.
Pol Deltour
Nationaal secretaris VVJ
3/10/2014