Op Internationale Vrouwendag zoomt de VVJ in op een bedreigde soort: de vrouwelijke sportjournalist in Vlaanderen. Wie zijn ze, wat drijft hen en waarom zijn ze zo moeilijk te vinden?
Kelly Somers, Sally Nugent, Emma Louise Jones, Eilidh Barbour, Gabby Logan, Alex Scott, Hazel Irvine, Robyn Cowen, Reshmin Chowdhury, Vicki Sparks … Bij de BBC struikel je haast over de vrouwelijke sportjournalisten en -presentators. Hoe anders is dat in de Lage Landen! In Nederland, zo verscheen onlangs nog in de media bij onze noorderburen, moet je vrouwelijke sportverslaggevers “met een lantaarntje zoeken”, en in België is het ook een verhaal van spelden in een hooiberg.
“In het begin van mijn carrière heb ik weleens dingen meegemaakt waarvan ik dacht: dit is niet bepaald uitnodigend”, steekt Caro Houbreghts van wal. Ze is nu presentator en commentator bij Play Sports, en bij Sporza maakt ze verslagen voor onder meer Sportweekend. “Toen ik begon in 2018, ging ik nog vaak naar voetbalwedstrijden in eerste klasse. Als enige vrouw in de perstribune werd ik er bekeken met een blik van ‘huh, wie is dat?’ Na de wedstrijd nam ik ook interviews af van spelers. Ik heb het ooit meegemaakt dat een voetballer zijn arm om mij heen sloeg en zei: ‘Kom jij maar eens mee voor dat interview.’ Of een opmerking van omstaanders richting de cameraman, genre: ‘Met welk meisje ben je nu op pad?’ Misschien was het ook omdat ik nieuw was in het vak. Nu maak ik het alleszins niet meer mee.”
Ook Bieke Cornillie, die sportjournaliste was bij WTV Focus en even bij Het Laatste Nieuws en nu press officer bij Lotto Dstny, heeft ondervonden dat mannen in de sportwereld weleens de grenzen durven af te tasten. “Dan krijg je bijvoorbeeld een sms’je dat niet zomaar een sms’je is. Maar echt gechoqueerd ben ik nooit geweest. Veel hangt natuurlijk af van hoe je er zelf in staat. Als je weet dat je in een milieu werkt waar vooral mannen aanwezig zijn, kan je je daarop instellen. Zodra er iemand over de schreef gaat, moet je duidelijk laten merken: dit gaat erover. Als je daar niks over zegt, kan dat natuurlijk escaleren.”
Denigrerende opmerkingen
Dat de machocultuur in sportmiddens nog stevig ingebakken zit, is eigenlijk geen verrassing. Maar hoe zit het op de redacties zelf? In Nederland kwam onlangs een rapport naar buiten waaruit bleek dat onder meer op de redactie van NOS Sport jarenlang een cultuur heerste van grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie, pesterijen en scheldpartijen. Vrouwen werden er gezien als “loslopend wild” en voelden er zich een “prooi”. De hoofdredactie was op de hoogte, maar greep niet in.
Op Vlaamse sportredacties lijkt het op dat vlak niet zo’n vaart te lopen. Dat wil niet zeggen dat er nooit individuele gevallen zijn van grensoverschrijdend gedrag, maar er heerst zeker geen algemene machocultuur zoals tot voor kort bij NOS Sport. “Op de sportredacties waar ik gewerkt heb, heb ik alleen maar positieve ervaringen gehad”, zegt Bieke Cornillie stellig. “Zelfs opmerkingen als ‘wat komt die hier doen?’ of ‘wat kent een vrouw nu van sport?’ heb ik nooit gehoord. Niet van de jonge generatie journalisten, en niet van de oude generatie. Ik heb nooit een denigrerende opmerking gekregen van een mannelijke collega.”
Valerie Van Avermaet, al 3,5 jaar voetbaljournalist bij Het Nieuwsblad, sluit zich daarbij aan: “Doorgaans vallen de mannelijke collega’s heel goed mee. Ze zien mij niet als de ‘vrouwelijke sportjournalist’, maar gewoon als een van hen. Ik heb ook zeker niet het gevoel dat ik me extra moet bewijzen.”
Caro Houbreghts zit op dezelfde lijn: “Ik zou er oprecht van schrikken mochten er vandaag de dag bij de VRT zulke zaken aan het licht komen. Mij is alleszins nooit zoiets ter ore gekomen en ik heb met alle vrouwelijke collega’s een heel goede band.”
Avond- en weekendwerk
Toch blijft het een feit dat vrouwelijke sportjournalisten een zeldzaamheid zijn in Vlaanderen. Is het het vele weekend- en avondwerk dat afschrikt? “Ik denk niet dat dat anno 2024 nog een rol speelt”, zegt Van Avermaet. Om er in één adem aan toe te voegen: “De avonduren en het weekendwerk gaan wel ten koste van je sociaal leven. Ik weet dus niet of ik dit nog twintig jaar ga doen. Bovendien is het werk door de transitie naar digitaal veeleisender geworden. De druk neemt toe, je artikel moet altijd zo snel mogelijk online.”
Cornillie vult aan: “Zeker als je kinderen hebt, moet je inschatten of het avond- en weekendwerk haalbaar is. Maar anderzijds: de vraag of je het niet moeilijk vindt om vaak van huis weg te zijn, wordt altijd aan de vrouw gesteld. Bij een man zal dat minder snel aan de orde zijn.”
Geen Vandenbempt of Nzeyimana
Zou het dan kunnen dat vrouwen gewoon minder geïnteresseerd zijn in sport? “Dat heb ik wel gemerkt toen ik mijn master journalistiek deed: de vrouwen waren daar sterk in de minderheid”, zegt Houbreghts. Cornillie voegt eraan toe: “Kijk eens in je eigen vriendenkring: hoeveel vrouwelijke sportfans zijn daarbij? Bij mij alvast niet zo veel.”
Waar mannelijke sportjournalisten soms ook al van jongs af dwepen met rolmodellen als Jan Wauters, Peter Vandenbempt of Aster Nzeyimana, is er bij de vrouwen niet meteen een lichtend voorbeeld. Maar volgens Houbreghts is er hoop: “Ik heb de indruk dat het in stijgende lijn gaat. Bij de stagiairs op onze redactie zitten nu alleszins meer vrouwen.”
(Steve Van Herpe)