Het is weer zover. De Europese Commissie pakt uit met haar inmiddels vierde rechtsstaatrapport. Dat bevat onder meer een luik over persvrijheid en mediapluralisme. 'Liefst 65% van onze aanbevelingen werd – deels of volledig - ter harte genomen', klopt de Commissie zichzelf op de borst. Tegelijk wordt België opnieuw op de vingers getikt over de te lange responstermijnen en het inefficiënte beroep inzake federale openbaarheid van bestuur. Dat laatste vormt de inzet voor het debat volgende week woensdag in de federale Commissie voor Binnenlandse Zaken.
De lange antwoordtermijnen voor openbaarheidsaanvragen - zowel in eerste aanleg als in beroep – zijn een oud zeer. Ze staan haaks op de strakke deadlines in de journalistiek. Ook de beroepsprocedure is een doorn in het oog. Zo is het gelijktijdigheidsvereiste in beroep waarbij je zowel een verzoek tot heroverweging indient bij de overheid die eerder weigerde plus de vraag om advies bij de adviserende beroepsinstantie, een belangrijke oorzaak van onontvankelijkheid in beroep. Bovendien is het – weliswaar gezaghebbende – advies van de Commissie voor de Toegang tot Beroep (CTB) slechts adviserend. Het staat de overheid vrij om het te volgen of niet. In het laatste geval staat dan enkel nog jurisdictioneel beroep open.
Een Raad van State-procedure is echter geen evidente beslissing. De lange termijn is omgekeerd evenredig met de actualiteitswaarde van een onderwerp. Bovendien hangt er ook een stevig kostenplaatje aan vast. Dat kan verholpen worden door de CTB beslissingsmacht te geven. De meerderheid koppelt die stap aan een aantal voorwaarden. Ze wijst op de budgettaire en operationele gevolgen en lijkt zo te suggereren dat deze zo belangrijke hervorming bijna onoverkomelijk is. Quod non in casu, op de andere beleidsniveaus gaf men de beroepsinstantie wel beslissingsbevoegdheid. De VVJ hoopt op een positieve wending in het dossier.
Download het rechtsstaatrapport van 2023 (Engels)
Download het hoofdstuk over België (Engels)
(CM)
(Foto: Didier Lebrun/Photo News)