Voormalig Vooruit-voorzitter Conner Rousseau had DPG Media niet mogen verbieden een artikel over hem te publiceren. Dat zegt het Gentse hof van beroep. Voor het artikel werd geciteerd uit een proces-verbaal naar aanleiding van mogelijke racistische uitlatingen van Rousseau in een café in Sint-Niklaas.
Het hof draait zo de beslissing van de kortgedingrechter van Dendermonde terug. De VVJ, die zich aansloot bij het derdenverzet van DPG Media, is tevreden dat de grote principes bevestigd zijn. In het andere geval dreigde verslaggeving over lopende strafzaken ernstig bemoeilijkt te worden.
De feiten
Op 21 september raakte bekend dat het parket van Oost-Vlaanderen een onderzoek had opgestart naar Conner Rousseau. De voormalige voorzitter van Vooruit werd ervan beschuldigd begin september, tijdens de Vredefeesten in zijn thuisstad Sint-Niklaas, mogelijk racistische uitspraken gedaan te hebben tijdens een gesprek met politieagenten.
Het Laatste Nieuws wilde in een artikel citeren uit het proces-verbaal dat de politie van Sint-Niklaas had opgesteld over het voorval. Na een vraag om reactie stapte Rousseau echter naar de kortgedingrechter en verkreeg via een eenzijdig verzoekschrift een publicatieverbod. Volgens zijn advocaten zou de publicatie een schending zijn van het geheim van het onderzoek.
De verkregen maatregel was verstrekkend en verbood naast DPG Media ook elke andere natuurlijke of rechtspersoon om info uit het lopende onderzoek te verspreiden. De rechter in kortgeding koppelde er een dwangsom aan van 1.000 euro per uur.
De beslissing van het hof
In tegenstelling tot de rechtbank van eerste aanleg volgt het hof van beroep het derdenverzet van DPG Media en wijst het de vordering van Conner Rousseau af. In zijn arrest verwijst het hof naar het grondwettelijk verbod op preventieve censuur en acht het de beschikking er flagrant mee in strijd. Ze staat ook haaks op artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dat het recht op vrije meningsuiting regelt. Dat recht is dan wel niet absoluut, toch moet elke beperking een strenge toets doorstaan.
Liefst twee van de drie voorwaarden zijn in casu niet vervuld. Zo is er in ons land geen wettelijke basis voor een preventief publicatieverbod. Daarnaast is er 'geen sprake van een 'dwingende sociale noodwendigheid' om de publicatie van het artikel te verbieden (middels een dermate algemeen verbod)'. Als politicus en publiek figuur was Rousseau zelf zeer actief in de media en op sociale media. 'Hij moet hiervan de gevolgen dragen en beseffen en erbij nemen dat hij ook voor minder positieve of ronduit negatieve berichten in de schijnwerpers staat.' Daarbij komt dat er al bericht was over het incident en dat de feiten zich afspeelden op een publiek toegankelijke plaats. Het hof houdt er ook rekening mee dat het een maatschappelijk bijzonder relevant onderwerp was.
Geen cassatieberoep
De advocaat van Rousseau liet weten geen cassatieberoep te zullen aantekenen.
(CM)