De verkiezing van een Vlaamse hoofdredacteur tot ‘marketeer van het jaar 2007’ heeft een debat op gang gebracht over de positie van zowel (hoofd)redacties als marketing- en andere commerciële diensten in de moderne mediabedrijven. De VVJ erkent als geen ander dat ook nieuwsmedia hun weg moeten vinden naar het publiek, dat hun producten verkocht en ‘vermarkt’ moeten worden. In die context moeten ook redacties en al hun journalisten zicht hebben op en rekening houden met de verzuchtingen van hun publiek. Niettemin bevatten alle journalistieke en deontologische codes tot dusver het basisbeginsel dat de redactie en de commerciële diensten van een nieuwsbedrijf opereren met het grootste respect voor elkaars eigenheid en autonomie. In dezelfde lijn dringt zich een strikte scheiding op tussen de berichtgeving enerzijds, reclame, promotie en merchandising anderzijds. Die principes staan garant voor de geloofwaardigheid van het informatieproces, het echte kapitaal van elk nieuwsbedrijf.
In dit verband vraagt de VVJ eens te meer aandacht voor de noodzaak van performante redactiestatuten in de mediahuizen. Zonder dat ze een efficiënte besluitvorming moeten hypothekeren, waarborgen redactiestatuten een duidelijke driehoeksverhouding tussen management, hoofdredactie en redactie(raad). Ze laten tevens toe dat duidelijke afspraken worden gemaakt over zowel de redactionele autonomie als de commerciële projecten van het nieuwsbedrijf. De VVJ blijft met raad en daad ter beschikking staan voor redacties die nog niet over een werkzaam redactiestatuut beschikken.
Tevens vraagt de VVJ aan de Raad voor de Journalistiek – die naast journalistenvertegenwoordigers ook vertegenwoordigers van de mediadirecties omvat – een advies over de verhouding tussen redactie, hoofdredactie en marketing/promotie binnen een mediabedrijf. Hoe kunnen deze actoren zich optimaal tot elkaar verhouden? Hebben marketeers en reclamemakers een plaats aan de redactietafels? Welke positie en rol zijn weggelegd voor de hoofdredacties?
In dat verband wordt de Raad voor de Journalistiek ook gevraagd zich te buigen over de wet van 30 december 1963 op de erkenning van beroepsjournalisten. De criteria om een officiële perskaart te krijgen zijn toe aan een actualisering. De mediahuizen werken nu in een totaal andere context dan meer dan 40 jaar geleden.