De fiscale voordeelregeling voor auteursrechten ging op 1 januari 2008 retroactief van start, ook al werd ze pas medio 2008 definitief door het parlement goedgekeurd. Afgelopen jaar was dus het eerste waarin het nieuwe regime volop uitwerking kreeg.
De wetgever had alleszins de beste bedoelingen. Auteurs worden voortaan op de auteursrechten die ze ontvangen slechts nog aan een tarief van 15 % belast. Daar komt nog eens een aanzienlijk belastingvrij kostenforfait van 50 % bij, althans tot aan een inkomen uit auteursrechten van € 13.841 (tussen dat bedrag en € 27.690 kan nog altijd 25 % forfaitair als beroepskosten worden afgetrokken). Het resultaat is dat in de praktijk vele auteurs slechts 7,5 % aan belastingen op hun auteursrechten ingehouden zien.
Ook praktisch gezien gaat het voor auteurs om een mooie regeling. Hun opdrachtgevers komt het bij de betaling immers toe de verschuldigde belasting bij wijze van roerende voorheffing in te houden en vervolgens door te storten aan de fiscus. Dat werkt voor de auteur ‘bevrijdend’: bij het invullen van zijn belastingaangifte in juni moet hij van de ontvangen auteursrechten niets meer opgeven.
In principe kun je als auteur – en dus ook als journalist – met zo’n fiscaal geschenk alleen maar juichen. Wat belet ons misschien zelfs om onze lonen en honoraria volledig om te zetten in auteursrechten, en zo maximaal te profiteren van de voordeelregeling? Tel uit je winst, als je weet dat een gemiddelde belastingaanslag al snel 40 of 50 % van het inkomen treft. Zeker in dit qua journalistenvergoedingen niet echt royaal bedeelde land, komt een fiscale tegemoetkoming als deze maar net van pas.
Als het van de uitgevers van kranten en magazines afhangt, dan wordt er ook veel meer in auteursrechten betaald. Meer en meer vergoeden zij freelancejournalisten in de vorm van 100 % auteursrechten. Dat is voor de uitgevers vooral een kwestie van administratief gemak, want het moet gezegd dat de verplichting die ze erbij kregen om een roerende voorheffing in te houden bij de betaling van auteursrechten, voor hen geen cadeau is. Zeker niet wanneer die auteursrechten geval per geval verschillen, en de in te houden voorheffing telkens opnieuw moet worden bekeken. Om eerlijk te zijn: de nieuwe fiscale voordeelregeling is op het lijf geschreven van boekenauteurs en hun uitgevers. Met de realiteit van journalisten en hun uitgevers werd niet optimaal rekening gehouden.
Hoe dan ook: de nieuwe fiscaliteit is een feit en de uitgevers willen dus wel. En toch – het klinkt bijzonder paradoxaal maar het is wel zo – wringt de VVJ tegen. Vragen we eerst een serieus debat met de uitgevers over de mogelijkheid van uitkeringen in auteursrechten. Daar hebben we ook onze redenen voor. Drie, om bij de belangrijkste te blijven.
1. Prestatievergoedingen zijn geen auteursrechten
Minister van Financiën Didier Reynders (MR) heeft intussen herhaaldelijk gezegd dat de nieuwe fiscaliteit voor auteursrechten geen al te hoge vlucht kan nemen. Het kan niet de bedoeling zijn, aldus Reynders, dat wat vroeger als vergoeding voor prestaties werd uitgekeerd, nu plotsklaps als auteursrechten wordt uitgekeerd. Het principe blijft wel degelijk: voor het eigenlijk werk wordt een prestatievergoeding betaald (loon of honorarium), auteursrechten daarentegen dienen als compensatie voor elk verder gebruik dat de opdrachtgever van het werkstuk maakt.
De bekommernis van Financiën valt te begrijpen. Sinds enige tijd duiken her en der advocaten en architecten op die hun teksten of plannen laten betalen in de vorm van fiscaal voordelige auteursrechten. Kan men zich voorstellen welk een negatieve impact dit op den duur moet hebben voor de staatskas?
Het uitgangspunt van Financiën is zopas overigens nog eens bevestigd in twee beslissingen van de Rulingcomissie, dat is de instantie bij de FOD Financiën die voor nieuwe fiscale twistpunten richtlijnen kan formuleren aan het adres van de controlediensten. Een paar persmedewerkers hadden de Rulingcommissie gevraagd of ze al hun ontvangen vergoedingen voortaan als auteursrechten konden inbrengen. De Rulingcommissie (www.ruling.be) antwoordde telkens negatief: de betaalde sommen zijn wel degelijk prestatievergoedingen. De redenen daarvoor zijn dat het geleverde werk ook voorheen op die wijze werd vergoed, dat er nergens expliciet melding wordt gemaakt van de overdracht van auteursrechten, en dat – althans in een van de twee gevallen – het om een dagvergoeding gaat.
Eigenlijk moeten ook de uitgevers toegeven dat er een probleem is met de exclusieve betaling in auteursrechten. Daarom stelden de Vlaamse Dagbladuitgevers (VDP) aan de VVJ voor om – althans voor de freelancers – tot een algemene afspraak te komen over de verdeling van de vergoedingen in prestatievergoeding en auteursrechten. De VVJ wilde wel, maar oordeelde het uiteindelijk toch te vroeg voor een dergelijke afspraak. Dat heeft ook te maken met nog enkele andere serieuze complicaties, zoals…
2. Wat met het sociaal statuut?
Minder belastingen moeten betalen is altijd goed nieuws, en als er dan ook nog eens minder of zelfs geen sociale zekerheidsbijdragen moeten worden opgehoest, is het feest natuurlijk compleet. Sociale bijdragen worden nu eenmaal betaald op beroepsinkomsten, niet op de roerende inkomsten die auteursrechten zijn.
En toch heeft ook dit leuke verhaal een belangrijke keerzijde. Hoe zit het dan immers met de sociale rechten die men opbouwt? Wie niet langer het statuut van werknemer of zelfstandige heeft – maar zijn inkomen haalt uit auteursrechten – verliest de sociale zekerheidsvoordelen die aan deze statuten vasthangen. En kan dus helemaal zelf op zoek naar alternatieve wijzen om wat bestaanszekerheid op te bouwen. Een private ziekteverzekering en pensioenpolis bijvoorbeeld. Voorwaar geen goedkope aangelegenheden.
De VVJ eist dan ook absolute duidelijkheid over alle gevolgen van de betalingen in auteursrechten, met name op het sociale vlak. De VVJ schakelt hiertoe, samen met de Franstalige zustervereniging AJP, ook de gepaste experten in.
3. Hypotheek op redelijke vergoedingen
De derde, zeker niet onbelangrijkste reden waarom de VVJ bijzonder beducht is voor onverhoedse uitbetalingen van auteursrechten, is dat dit een loodzware hypotheek dreigt te leggen op de hoogte van de vergoedingen in de toekomst.
In zoverre de nieuwe fiscaliteit voor auteursrechten wordt toegepast, moet een ding van meet af aan duidelijk zijn: het fiscale voordeel komt de auteurs, en enkel de auteurs toe. Toch zit het eraan te komen dat uitgevers de voordeelregeling als alibi zullen inroepen om in de toekomst geen verhogingen van vergoedingen meer te moeten toestaan, “want die nieuwe fiscaliteit levert jullie toch al genoeg op?”. Bij deze herinneren we eraan dat met name de freelancevergoedingen in dit land op een beschamend laag niveau liggen en tot de laagste behoren van West-Europa.
Het kan nog erger, zo heeft de Franstalige uitgever IPM – van La Libre Belgique en La Dernière Heure – intussen staalhard bewezen. Daar lieten ze voorwaar verstaan dat, gelet op het nieuwe fiscale voordeel, journalisten verondersteld worden een stuk van hun lonen en vergoedingen in te leveren. “Als we het fiscale voordeel nu eens mooi in twee verdelen – een stuk voor de journalist, een stuk voor de uitgever – dan kunnen we als mediahuis de crisis weer een beetje performanter te lijf”, zo klonk het vrij vertaald.
Om de dreiging helemaal rond te maken: de Franstalige dagbladuitgevers zegden kort geleden de CAO op met loonschalen die ze tot dusver voor beroepsjournalisten naleefden. Ze stellen nu voor om toekomstige loonsverhogingen en zelfs een deel van de huidige journalistenlonen om te zetten in… auteursrechten. Aan een gespecialiseerde consultant vroegen ze zelfs al om de gepaste simulaties uit te werken.
Voor de journalistenbonden VVJ en AJP kan een ‘operatie-auteursrechten’ hoe dan ook onmogelijk worden losgekoppeld van een debat over de hoogte van de vergoedingen. Daarbij is duidelijk dat de brutovergoedingen die vandaag worden betaald, onder geen beding naar beneden kunnen. Zodat het fiscale voordeel van de nieuwe wet zoals gezegd integraal aan de auteurs toekomt.
Pol Deltour
ENKELE ACTUELE VRAGEN & ANTWOORDEN OVER DE NIEUWE FISCALITEIT OP AUTEURSRECHTEN
V: Als freelancer word ik sinds kort uitbetaald in de vorm van 100 % auteursrecht, waarop mijn opdrachtgever 15% of zelfs maar 7,5% roerende voorheffing inhoudt. Financieel komt me dat natuurlijk goed uit, maar kan dat zomaar?
A: Als VVJ blijven we van mening dat dit niet kan. We begrijpen wel dat de uitgevers uit zijn op administratief gemak bij de verwerking van betalingen, maar Financiën verklaarde intussen herhaaldelijk dat wat in het verleden altijd beschouwd is geweest als honorarium, nu niet mag worden omgezet in auteursrechten. Dat standpunt is zopas overigens door de Rulingcommissie - de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken – twee keer bevestigd.
Het risico blijft dan ook reëel dat journalisten straks door hun belastingcontroleur alsnog met een extra belastingaanslag zullen worden bedacht. Vandaar ook het nut om toch maar voorafbetalingen te blijven verrichten. De ingehouden voorheffing geldt overigens niet als zo’n voorafbetaling. Dat wil zeggen: er wordt wel rekening mee gehouden dat die belastingen zijn betaald, maar ze geven geen aanleiding tot belastingvermindering zoals de klassieke voorafbetalingen.
V: Mijn uitgever houdt wel roerende voorheffing op mijn auteursrechten in, maar stort hij die ook door aan de fiscus?
A: Als je uitgever roerende voorheffingen inhoudt, omdat hij je inkomen als auteursrechten beschouwt, moet hij je een bewijs leveren van de uitbetaalde auteursrechten en van de ingehouden voorheffing. Daarvoor moet hij je een fiche nr. 281.45 bezorgen (dus niet de fiche 281.50, zoals voor inkomsten uit prestaties). Aan de fiscus moet de uitgever dan een fiche nr. 273S bezorgen, en een samenvattende fiche nr. 325.45, met daarop vermeld wat hij aan voorheffingen van wie heeft geïnd.
Heb je die fiche nr. 281.45 niet ontvangen, dan bestaat de kans dat je uitgever de ingehouden voorheffingen niet aan de fiscus heeft doorgestort binnen de wettelijke termijn. Daarmee riskeert die uitgever een boete.
Zelf kun je bij de fiscus je facturen tonen en de daartegenover staande betalingen waaruit blijkt dat er wel degelijk een voorheffing is ingehouden.
V: Hoe geraken we uit de impasse?
A: De VVJ heeft begin januari 2010 overleg met de Vlaamse dagbladuitgevers over een structurele oplossing voor de problemen. Noch de uitgevers noch de journalisten zijn gebaat met de huidige onzekere toestand. Intussen wordt ook het gepaste deskundig advies ingewonnen, met name wat de gevolgen betreft voor het sociaal statuut van de journalisten.
(PD/ID)