Overslaan en naar de inhoud gaan

Wordt er straks collectief onderhandeld voor freelancers?

Maakt Europa komaf met de mededingingsrechtelijke belemmering die collectieve onderhandelingen voor freelancers in de weg staat? Een eerste stap lijkt alvast gezet nu de Europese Commissie haar draft richtlijnen over het thema heeft gepubliceerd.

Charlotte Michils

 

Context

De flexibilisering van de arbeidsmarkt zet zich verder door, ook in de (Belgische) journalistiek. Platformwerk, waarbij potentiële werkkrachten werk worden aangeboden via een online platform, mag dan minder voorkomen, het aantal freelancejournalisten zit al jaren in de lift. Flexwerk – freelancewerk incluis – is voor de werkkracht niet zonder risico’s. Dat geldt a fortiori wanneer de onderhandelingsmarge voor de freelancer zo goed als onbestaande is zoals in het geconcentreerde Vlaamse medialandschap vandaag. Indexering van freelancevergoedingen? De suggestie alleen al stuit op hoongelach aan journalistenzijde.

 

Collectieve onderhandelingen

Collectieve onderhandelingen kunnen een uitweg bieden uit deze impasse, ware het niet dat het mededingingsrecht een dam opwerpt. Het mededingingsrecht moet de vrije concurrentie waarborgen, als basisvoorwaarde voor een goed functionerende interne markt. Afspraken tussen ondernemingen, ook prijsafspraken tussen freelancers en mediabedrijven, zijn exact het soort van deals dat het mededingingsrecht viseert. Maar daar komt dus verandering in als het van de Europese Commissie afhangt.

 

Nieuwe wind

Duurzame ontwikkeling gaat niet alleen over economische groei en concurrentievermogen, maar ook over werkgelegenheid en sociale vooruitgang, zo erkent de EU in haar oprichtingsverdrag. Dat betekent dat als marktdenken haaks staat op sociale vooruitgang en leefbaar werk, er stappen moeten gezet om de conflicterende belangen met elkaar te verzoenen. Precies dat gebeurt nu met de draft richtlijnen die de Commissie eerder publiceerde. Concreet wordt verduidelijkt dat de Commissie straks niet langer optreedt tegen sommige collectieve overeenkomsten.

 

Welke deals?

Tegen welke deals wenst de Commissie niet langer op te treden? Eerst en vooral gaat het om collectieve overeenkomsten die de werkomstandigheden van freelancers regelen. Voor een goed begrip: een freelancer is een dienstverlenende zelfstandige zonder personeel, in Nederland ook zzp’er genoemd. Als we het hebben over werkomstandigheden denken we natuurlijk allereerst aan freelancevergoedingen maar collectieve overeenkomsten regelen ook andere prangende kwesties, zoals arbeidstijd, vakantie en veiligheid. Tweede belangrijke element: het moet gaan over freelancers "die zich in een vergelijkbare situatie bevingen als werknemers". Denk aan zelfstandigen met maar één (belangrijke) opdrachtgever, waardoor ze in een economisch sterk afhankelijke positie zitten. En tot slot regelt de overeenkomst een situatie van machtsonevenwicht: het moet gaan om verhoudingen tussen freelancers en een duidelijk dominantere tegenpartij. Zo moet de tegenpartij (of de som van de tegenpartijen ingeval van een collectieve overeenkomst) goed zijn voor een minimale jaaromzet van 2 miljoen euro of minimum tien personeelsleden tewerkstellen. Het idee erachter: als er geen sprake is van machtsonevenwicht, kunnen de partijen perfect individueel onderhandelen en hoeft er niet gesleuteld aan het mededingingsrecht.

 

Conclusie

De richtlijnen van de Commissie zijn een belangrijke stap richting remediëring van de scheefgetrokken situatie op de arbeidsmarkt. Toch is het geen big bang. Het zijn maar richtlijnen, soft law dus: het Hof van Justitie van de EU dat zich buigt over Europeesrechtelijke kwesties is er formeel niet door gebonden. Daarnaast blijft ook de freelancer die werkt voor kleine structuren (denk aan digital only’s) in de kou staan. Vanuit mededingingsrechtelijk oogpunt mag machtsonevenwicht dan een issue zijn, voor de werkkracht op de vloer is het discriminatie. Te lage vergoedingen zijn te lage vergoedingen, ongeacht of je nu werkt voor een digital only of voor een groot mediahuis. De richtlijnen zijn dus geen eindpunt, wel een stap in de goede richting.

 

Naar de publieke consultatie van de richtlijnen (tot 24 februari 2022)

Onze partners