Op haar jongste conferentie in Brussel serveerde de Vlaams-Nederlandse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) opnieuw een reeks lezingen en workshops om als journalist duimen en vingers bij af te likken.
door Annick Hus
Hoe schrijf je dé perfecte corona-reconstructie? Onderzoek naar #MeToo: wat zijn de grenzen van de reputatiejacht? Raad voor de Journalistiek: hoeder van de journalistiek of spaak in het wiel? Het zijn slechts enkele titels van de tientallen sessies die op vrijdag 19 en zaterdag 20 november aan bod kwamen tijdens de jaarlijkse hoogmis voor de onderzoeksjournalistiek in de Lage Landen. Na de online editie van 2020, was de conferentie dit jaar in de Erasmushogeschool Brussel en online te volgen.
Eén sessie selecteren uit het royale aanbod is lastig, maar we zijn toch blijven plakken bij ‘Collaborative is the future’, of hoe journalisten over de grenzen heen (kunnen) samenwerken. Steven Vanden Buscche (Apache) en Geesje van Haren (VersPers) kwamen vertellen hoe zij internationale samenwerkingen aanpakken en ervaren.
The Arena Housing Project
The Arena Housing Project is een Europees samenwerkingsproject dat journalisten en onderzoekers met elkaar verbindt. Allen werken rond éénzelfde thema: de huisvestingscrisis in Europa. Onderzoeksjournalist Steven Vanden Bussche (Apache) was één van die journalisten. Samen met zijn buitenlandse collega’s wierp hij tijdens de coronapandemie een blik op de Europese woningenmarkt. “Samen met collega-journalisten uit verschillende landen onderzochten we zestien Europese hoofdsteden. Wie zijn de bedrijfsverhuurders in onze hoofdsteden? Wie investeert er in de woningmarkt? Welke grote fondsen zitten erachter? Het was de eerste keer dat Apache aan zulk een groot project meewerkte”, vertelt Vanden Bussche.
Zo’n uitgebreide samenwerking over landsgrenzen heen moet heel wat obstakels overwinnen. “Zo is de toegang tot kadastergegevens in elk land verschillend”, ondervond Vanden Bussche. “Op zulke momenten helpt het om tips te kunnen uitwisselen, en zo zoveel mogelijk gegevens te bemachtigen. Toch bleek het bijzonder lastig om van start te gaan zonder concrete datasets. Een sjabloon opstellen waarin alle journalisten op een gedetailleerde en gestructureerde manier de nodige gegevens konden invullen bleek bijzonder waardevol. Om er zeker van te zijn dat het plaatje klopte, konden we elkaars info bekijken en dubbelchecken. Zo brachten we gaandeweg een uitgebreide dataset tot stand, die vandaag publiekelijk te raadplegen is.”
Samenwerken vergt heel wat organisatietalent, niet alleen om gegevens te verzamelen maar ook om elkaar op de hoogte te houden en afspraken te maken. “Elke maandagnamiddag ontmoetten we elkaar online om bij te praten en aan het einde van de week verstuurde de projectleider een mail met de laatste updates. Door de aanhoudende pandemie hebben we het volledige onderzoek online gevoerd, waardoor er aan het einde van de rit geen grensoverschrijdend verhaal was. We hebben onze bevindingen wel op dezelfde dag gepubliceerd, waarbij elke journalist aftrapte met zijn unieke verhaal.”
Veel journalisten die meewerkten aan The Arena Housing Project zijn vast in dienst bij een medium. “Enkel de projectcoördinator, de data-analist en graficus konden rekenen op een subsidievergoeding. Deze drie werkkrachten zijn onmisbaar bij een groot journalistiek project”, verzekert Vanden Bussche. “Als je met een projectleider werkt, verhoog je immers de slaagkansen van je werk. Een data-analist is vooral in de beginfase van cruciaal belang. De graficus zorgt er dan weer voor dat het eindproduct er staat. Kortom, ieder heeft zijn job om van een dergelijke journalistieke productie een succes te maken.”
Lost in Europe
Ook bij onze Noorderburen weten ze hoe je een uitgebreid journalistiek project op poten zet. Zo bouwt Geesje van Haren van het Nederlandse journalistieke trainings- en publicatieplatform VersPers al vier jaar aan het verhaal van ‘Lost in Europe’, waaraan ook enkele journalisten van De Standaard, Knack en VRT NWS meewerken. “Het is een grensoverschrijdend journalistiek project dat onderzoek doet naar de verdwijning van kindermigranten in Europa”, vertelt van Haren. “De benarde situatie van niet-begeleide minderjarige migranten is een van de meest urgente kwesties in de migrantencrisis. Samen met mijn collega Sanne Terlingen (Argos) wilde ik meer aandacht voor dit thema genereren, wat ondertussen aardig lukt. Vandaag werken we met 24 journalisten uit twaalf landen. Samen proberen we in alle uithoeken van het continent zoveel mogelijk getuigenissen te verzamelen, in een poging ze aan elkaar te koppelen en zo intrigerende verhalen te produceren.”
Met ‘Lost in Europe’ focussen van Haren en haar team op een bijzonder kwetsbare groep: (migranten)kinderen. “Daarom is het cruciaal dat we met alle info die we in handen krijgen zo zorgvuldig en veilig mogelijk omgaan. Met elkaar communiceren blijft daarom moeilijk. Wie kan je vertrouwen en wie niet? We doen elke dag ons uiterste best om onze bronnen te beschermen, om te voorkomen dat ze vervolgd of bedreigd worden door criminele organisaties of andere bedenkelijke individuen. Dat we onlangs subsidiegeld ontvingen om een veilig communicatiesysteem uit te bouwen is in dat opzicht een opsteker.”
Delicate kwesties vragen om een delicate aanpak. “Daarom leiden we ook journalisten op, om het werk mee op te volgen”, zegt van Haren. “Zo krijg je gaandeweg een redactie die weet wat ze doet, waarbij de leden verschillende nationaliteiten en culturen vertegenwoordigen en het liefst van al ook hun specialisatie hebben: data, wob, visualisatie en zo meer. Hoe dan ook verkiezen we om te werken met journalisten die zich op een redactie al bewezen hebben. Verder hechten we met ‘Lost in Europe’ veel belang aan ethische kwesties.”
Hoewel de journalisten voor ‘Lost in Europe’ vaak een beroep doen op menselijke bronnen, wagen ze zich soms ook aan wob-verzoeken. “Onlangs hebben we in zestien landen tegelijk een wob-verzoek ingediend. De gevraagde informatie in handen krijgen verloopt momenteel moeizaam. Sterker nog, in de meeste landen zullen we naar de rechter moeten. Een bijzonder tijdrovende bezigheid die de nodige toewijding vraagt, zo blijkt.”
Het project loopt ondertussen vier jaar, maar van ophouden is nog lang geen sprake. “We hebben ons voorgenomen om tien jaar met hetzelfde team te blijven samenwerken, en zo ons project zo goed mogelijk uit te bouwen. De meeste journalisten die voor ons werken zijn vast in dienst bij landelijke media. Zij mogen op regelmatige basis tijd vrijmaken om mee te werken aan ‘Lost in Europe’. Die investeringen zijn bijzonder waardevol, want met elke productie die bij die gerenommeerde media verschijnt bereiken we enorm veel mensen.”
“De freelancers die voor ons werken betalen we met subsidiegeld”, bevestigt van Haren. “Zo kregen we onlangs nog 1,5 miljoen van de Nationale Postcode Loterij. Verder ben ik constant op zoek naar nieuwe verdienmodellen, hoewel het soms moeilijk blijft om onderzoeksjournalistiek te financieren. Enkele jaren geleden zijn we begonnen met een subsidie van 8.000 euro. De expertise die we toen verzamelden, konden we meenemen naar ons volgende verhaal. Zo is ‘Lost in Europe’ op vrij korte tijd uitgegroeid tot een mooie internationale samenwerking.”
Meer info over:
VVOJ Conferentie: https://conferentie.vvoj.org/
The Arena Housing Project: https://journalismarena.eu/
Lost in Europe: https://lostineurope.eu/