De nieuwe anti-negationismewet die de Belgische wetgever nog snel voor het einde van de legislatuur in het leven roept, wekt ook bij journalisten grote onrust op.
De nieuwe wet komt bovenop de al bestaande strafbaarstelling van ontkenning of minimalisering van de Holocaust. Strafbaar wordt nu ook iedereen die “feiten overeenstemmend met een misdaad van genocide, een misdaad tegen de mensheid of een oorlogsmisdaad [zoals vastgesteld door een internationale rechtsinstantie] ontkent, schromelijk minimaliseert, poogt te verrechtvaardigen of goedkeurt, wetende of verondersteld zijnde te weten dat dit gedrag hetzij een persoon, hetzij een groep, een gemeenschap of leden ervan zou kunnen blootstellen aan discriminatie, haat of geweld (…)”.
Het staat buiten kijf dat genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden met de grootste kracht moeten worden voorkomen en bestraft.
Maar hier gaat de Belgische wetgever een stap verder, en bestraft ze vermeend ongepaste meningsuitingen over dergelijke misdaden. Deze nieuwe strafbaarstelling is bovendien ruim en vaag tegelijk. Ze dreigt bijgevolg – behalve politici en activisten – ook academici en journalisten te treffen.
De VVJ betreurt sterk dat ze voorafgaand aan de parlementaire behandeling van deze wet niet is gehoord.
Ze dringt erop aan met een dringend amendement alsnog de rechten van informatie en communicatie van journalisten te vrijwaren.
Op zijn minst moet met een duidelijke verklaring tijdens de parlementaire bespreking worden bevestigd dat deze wet geen toepassing kan vinden op professionele nieuwsmedia en journalisten.