De censuurmaatregel gaat fundamenteel in tegen het recht van kritiek, satire en parodie, dat een fundamenteel onderdeel vormt van de vrijheden van meningsuiting en informatieverspreiding via de media. Ook al kunnen sommige meningsuitingen kwetsend of shockerend zijn, het Europese Hof voor de Mensenrechten heeft hieraan steeds een verregaande bescherming verleend teneinde de vrije informatiestroom maximaal te vrijwaren. Bij dat alles neemt de VVJ met verstomming kennis van de argumentatie van de rechter dat de betrokken personen, federale politiechef Koekelberg en zijn medewerkster mevrouw Ricour, geen publieke figuren zouden zijn.
Het verspreidingsverbod vormt bovendien een flagrante schending van de persvrijheid in de zin dat artikel 25 van de Grondwet expliciet elke voorafgaande censuur vanwege de overheid verbiedt. Wie zich door een informatiemedium onrecht aangedaan voelt – en de VVJ erkent dat zulks in dit concrete geval wel degelijk mogelijk is – kan steeds achteraf (na de verspreiding dus) een klacht indienen, een schadeclaim formuleren of de kwestie aankaarten bij de Raad voor de Journalistiek (www.rvdj.be).
De beschikkingen van rechtbankvoorzitster Hayez tasten niet enkel de fundamentele rechten van Humo en haar lezers aan, maar vormen bovendien een gevaarlijk precedent voor alle informatiemedia en journalisten. Ze dreigen een praktijk te doen ontstaan waarbij elk individu, gesteund door al te meegaande rechters, zijn of haar gevoeligheden kan afreageren op de media en de vrije informatiestroom kan blokkeren.
De VVJ steunt Humo in al haar verdere stappen tegen de gerechtelijke censuur die haar is opgelegd.