'Communiceren over VRT gebeurt enkel en alleen door of via de communicatiedienst. Voor alle andere gevallen volstaan twee woorden: "Geen Commentaar".' Het zijn de slotzinnen van de interne memo van VRT-CEO Frederik Delaplace aan zijn personeel, journalisten incluis, afgelopen maandag.
Los van de efficiëntiekwestie –'geen commentaar' is een lap op een rode stier – is het juridisch overkill om de hele werkvloer een permanent spreekverbod op te leggen. Zoiets heet een disproportionele inmenging in een mensenrecht te zijn. Vrije meningsuiting is dan wel niet absoluut, inperking kan maar onder strikte voorwaarden. Artikel 10, lid 2 EVRM: een beperking op de vrije meningsuiting moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving, voorzien zijn bij wet, een legitiem doel dienen en een persoonlijkheidsrecht (denk aan het recht op privacy) of openbaar belang (openbare veiligheid bijvoorbeeld) beschermen. De VRT mag dan regelmatig opduiken in kritische berichtgeving, de concrete aanleiding voor de blinde maatregel is onduidelijk, wat maakt dat de maatregel zelfs niet getoetst kan worden.
De maatregel komt neer op zelfcensuur die - mocht hij van buitenaf komen –door de sector terecht zou worden neergesabeld. Hij maakt van elke journalist een potentiële klokkenluider.
Uiteraard moet verantwoordelijke communicatie het uitgangspunt zijn en zijn er naast de vrijheid van meningsuiting ook andere – wettelijke, deontologische en zelfs contractuele – overwegingen, maar elke situatie is anders en verdient een beoordeling in concreto.
Tot slot is de VRT ook niet gewoon 'een merk', het is een speler met een maatschappelijke kernopdracht. Die opdracht komt met respect voor transparantie en ethiek. Interne onvrede de kop indrukken en de weg naar buiten versperren past niet in dit plaatje. Evenmin laat deze redenering het toe om kritische berichtgeving te reduceren tot negatieve PR. Als nieuwsbedrijf moet je eerste bezorgdheid uitgaan naar goede berichtgeving en transparantie. Dat begint bij een open werkcultuur waar gedachten en communicatie vrij zijn.
Het VVJ-bestuur
(Foto: Bruno Fahy/BELGA PHOTO)