In België bestaat de grondwet 175 jaar, met artikelen die de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de vrijheid van godsdienst garanderen. Die drie rechten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een democratisch verkozen parlement en een onafhankelijke rechtspraak waken over die rechten. Geen enkele maatschappelijke groep kan ze eigenhandig inperken. De persvrijheid is een onmisbaar instrument voor journalisten in hun dagelijkse opdracht om het publiek correct te informeren. Het is aan de politici om dat recht te vrijwaren. De pers zelf komt het toe zich niet te laten intimideren door geweld of bedreigingen; ook zelfcensuur is uit den boze.
Het is niet toevallig dat de meest gewelddadige reacties op de publicatie van de omstreden karikaturen van de profeet Mohammed plaats vinden in landen waar geen persvrijheid bestaat. Die regimes kunnen hun wil niet opleggen aan Westerse democratieën. Even laakbaar is overigens dat nu in het Westen extremistische politieke groeperingen handig misbruik maken van de toestand om de hele islam in een slecht daglicht te stellen.
Ook al kunnen sommige spotprenten kwetsend zijn, dan nog moeten gelovige moslims in Europa onze grondwettelijke vrijheden aanvaarden. Zoals andere bevolkingsgroepen dat al 175 jaar doen in België. Wie zich benadeeld voelt heeft het recht om vreedzaam te protesteren, kan een beroep doen op de Raad voor de Journalistiek en zijn Ombudsman of desnoods naar de rechtbank stappen.
Maar de persvrijheid mag ook geen vrijbrief zijn om nodeloos te provoceren. In haar Aanbevelingen voor de berichtgeving over allochtonen riep de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB) al in 1994 op om onverantwoorde veralgemeningen en polariseringen te vermijden. Er bestaat – terecht – een zekere schroom om gruwelijke of shockerende details of beelden niet zomaar op het grote publiek los te laten. Vanuit diezelfde bedachtzaamheid moet de pers juist en betrouwbaar informeren, bewust van de maatschappelijke rol die ze speelt. De pers staat niet buiten of boven de maatschappij, maar is er een wezenlijk onderdeel van. Dat betekent ondermeer respect opbrengen voor bevolkingsgroepen die grondig van mening kunnen verschillen.
Namens de Raad van Bestuur van de VVJ
Marc Van de Looverbosch, voorzitter
9 februari 2006
(foto: Ismael Mohamad/Upi, Photo News)