Overslaan en naar de inhoud gaan

Reuzegom-arrest koppelt straffen aan media-aandacht: een keuze die debat verdient

De vermeend ‘milde’ veroordelingen in de Reuzegom-zaak leiden tot veel maatschappelijk ongenoegen. Wrang daarbij is dat het Antwerpse hof van beroep de straffen ook milderde wegens de ‘negatieve mediaberichtgeving’ over de beklaagden.

 

Pol Deltour

 

Al bij al was het ook mogelijk geweest dat het Antwerpse hof van beroep gewoon geen uitspraak over de Reuzegom-zaak had gedaan. Allerlei advocaten hadden immers aangevoerd dat er voor de Reuzegommers geen eerlijk proces meer mogelijk was wegens een ‘trial by media’ vooraf. De ruime en voor de Reuzegommers ‘negatieve’ berichtgeving had nu eenmaal hun vermoeden van onschuld gekrenkt, heette het. En dus waren de rechters niet langer in de mogelijkheid onpartijdig te oordelen.

Bovendien was al die informatie naar de pers gelekt doordat sommigen bij justitie hun beroepsgeheim en het geheim van het strafonderzoek aan hun laars hadden gelapt. De advocaten concludeerden met een oproep aan het hof om de strafvordering onontvankelijk te verklaren. In dat geval hadden de Reuzegommers huiswaarts kunnen keren zelfs zonder dat de zaak ten gronde behandeld was geweest.

Het Antwerpse hof van beroep heeft dat betoog weerlegd. De grote persaandacht voor het proces doet geen afbreuk aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechters, staat in het arrest van 26 mei. “Het hof houdt bij de behandeling geen rekening met de inhoud van krantenartikelen, boeken of enige andere vorm van berichtgeving die in de (sociale) media zouden zijn verschenen.” Ook het vermoeden van onschuld blijft overeind, beklemtonen de rechters, met een impliciete sneer naar raadsman Sven Mary, die het voor de familie Dia opnam.

Over de perslekken merkt het hof nog op dat er daaromtrent twee strafonderzoeken worden gevoerd. “Desgevallend kunnen de beklaagden ook juridische stappen nemen tegen de betreffende journalisten of mediabedrijven.” Maar aan het recht op een eerlijk proces doet dat allemaal dus geen afbreuk. Zeggen dat het hof door pers of publiek onder druk is gezet, is onterecht twijfelen aan de onafhankelijkheid van het hof, aldus het arrest.

 

Koud en warm

Het venijn zit in de staart, want wanneer de rechters aan het eind toekomen aan de concrete straffen, blijkt de mediaberichtgeving alsnog een factor. Bij de straftoemeting zeggen ze rekening te houden met “het aandeel van elk der beklaagden in de bewezen verklaarde feiten, de door beklaagden reeds ondergane tuchtsancties, de negatieve berichtgeving via de (sociale) media waarvan de beklaagden (en zelfs familieleden) het voorwerp werden en de impact hiervan op de beklaagden en hun leefwereld, evenals het tijdsverloop sedert de feiten’ (eigen cursief).

Op die manier blaast het hof van beroep koud en warm. Voor de onafhankelijke beoordeling van de Reuzegom-zaak als zodanig is de ruime en ‘negatieve’ mediabelangstelling geen beletsel, maar dat blijkt ze wel te zijn om voluit te gaan in de bestraffing van de Reuzegommers.

Mogelijk valt een rechtstheoretische uitleg te geven voor deze spagaat, maar van een volgehouden onafhankelijkheid tegenover pers en publiek getuigt de zienswijze niet echt. Bovendien geeft het Antwerpse hof van beroep hiermee impliciet het signaal dat de ruime media-aandacht voor de zaak ongepast was. Meer: tussen de regels kan men in het arrest zelfs lezen dat het aan de (klassieke en sociale) media is te wijten dat het hof niet tot een strengere bestraffing is gekomen dan de werkstraffen en boetes die het heeft uitgesproken.

Het is zeker niet de eerste keer dat een rechtscollege de straffen mildert ‘omdat betrokkene eerder al voldoende is gestraft in de media en de publieke opinie’. Maar in de context van de nogal brede maatschappelijke kritiek op de klassenjustitie in de Reuzegom-zaak, is die rechterlijke keuze extra relevant. En geeft ze ook extra aanleiding tot heroverweging…

 

Tekening Jonathan De Cesare / Belga Photo

Onze partners