Regiojournalistiek moet meer inhouden dan het overnemen van kant-en-klare kopij. En het statuut van regiojournalisten moet worden verbeterd, met name voor zelfstandige journalisten en hun vergoedingen. Die conclusies kunnen we trekken uit het onderzoeksrapport ‘Lokale politieke verslaggeving’ dat Ria Goris (Erasmus Hogeschool Brussel) zopas heeft gepubliceerd (https://www.journalist.be/nl/nieuws/regiojournalistiek-in-vlaanderen-vo…).
Luc Vanheerentals
Regiojournalistiek wordt wel eens laatdunkend bekeken door collega’s op nationale redacties, maar dat is onterecht. De honger bij de Vlaming naar nieuws dicht bij huis is groot, en de rol van deze berichtgeving in de lokale democratie erg belangrijk. Reeds in 2002 toonde Kristel Vandenbrande (VUB) aan dat 37 procent (van de 600 Vlamingen die ze ondervroeg) regionaal nieuws bovenaan het lijstje plaatste van wat men het liefst leest in de krant. De jongste Digimeter van imec (die 2.754 Vlamingen bevroeg) bevestigt dat. In de periode 2014 – 2017 steeg het percentage Vlamingen dat dagelijks regionale tv kijkt van 14 tot 17 procent. En bij de publieksenqûete over de nieuwe beheersovereenkomst voor de VRT eind 2019 (goed voor een respons van 2700 Vlamingen) bleek ruim de helft gewonnen voor meer regionaal nieuws op de openbare omroep. Bij het nieuwe onderzoek werden 139 regiojournalisten online bevraagd en nog eens 26 in een aanvullend interview. Daaruit bleek een duidelijke ontevredenheid over de verloning: slechts 37 procent geeft dit op een score van 5 een 4 (tevreden) of 5 (zeer tevreden). Bij freelancers, die driekwart van de ondervraagden uitmaken, daalt dit percentage tot 33 procent. Tijdens de face-to-face-gesprekken wezen velen ook op de (te) grote werkdruk. Daarnaast meldt één op de drie “dat het niet makkelijk is” om van gemeentebesturen de nodige informatie te verkrijgen om de stukken te stofferen. Volgens 70 procent zijn klikcijfers op sociale media momenteel doorslaggevend bij de nieuwsselectie. 52 procent meldt dat onder meer hierdoor de ‘sensationalisering’ van het regionieuws de voorbije vijf jaar is toegenomen.
Kritisch uitdiepen
Wil men betere regiojournalistiek dan moeten in de eerste plaats de vergoedingen worden aangepast. “De regiotarieven zijn zo laag dat ze onvermijdelijk een invloed hebben op de kwaliteit van het werk”, aldus een van de geïnterviewde journalisten. “Hierdoor neemt het copy-paste overnemen van aangeleverd materiaal toe.” De vergoedingen moeten ook worden gedifferentieerd. Als een zelfstandige regiojournalist een item grondiger wil uitzoeken, moet de vergoeding hoger liggen. “De huidige verloning moedigt weinig aan om energie te steken in complexere dossiers”, aldus Ria Goris. “Het businessmodel promoot eerder een overname van kant-en-klare kopij – met soms nog een telefoontje voor een stukje extra informatie of een quote – dan kritisch uitgediepte regiojournalistiek” Daardoor ontstaan lacunes in de berichtgeving, zoals ruimtelijke ordening, milieu, budgetten of investeringen. Om hieraan te verhelpen zou een journalist de mogelijkheid moeten kunnen krijgen om een aantal uren aan een dossier te besteden en daarvoor ook gepast vergoed te worden. Ook vroeger al formuleerde de VVJ-werkgroep Zelfstandige Journalisten die wens.
Dominante klikcijfers
De regiojournalist ondervindt nog andere problemen. Zo bevestigt het nieuwe onderzoek dat veel lokale besturen te weinig bereid zijn om informatie vrij te geven. Bemoedigend is dat journalisten vervolgens in 4 op de 10 gevallen een beroep doen op de Wet op de Openbaarheid van Bestuur. Een ministeriële richtlijn die gemeentebesturen er expliciet toe aanzet professionele journalisten gevraagde info te geven, is echter meer dan welkom. Daarnaast zijn regiojournalisten in eigen huis ook afhankelijk van regio- of newsmanagers, die hun toestemming moeten geven voor bijdragen. Omdat lokale journalisten beter dan wie ook weten welk nieuws belangrijk is in hun regio, verdienen ze nochtans meer autonomie te krijgen. Zo kan er ook komaf worden gemaakt met de dominantie van de klikcijfers en ‘het snelle, breaking news’. Net als hun grote broers op de nationale redacties, moeten regionale journalisten verder meer de kans krijgen om in columns het lokaal beleid te becommentariëren.
Neutrale arbiter
Het onderzoek wijst tot slot op het gevaar van de opkomst van sociale media. Deze worden voor beleidsmakers steeds meer een middel om zonder de professionele journalistieke filter zelf nieuws te verspreiden. Sociale media zijn voor de journalist enerzijds een nieuwe bron van nieuws, maar anderzijds ook een bedreiging door het foutieve nieuws dat ze verspreiden. “We moeten ons net onderscheiden van de goed-nieuwsshow die beleidsmakers op sociale media delen”, zegt een journalist. “We zijn dus harder nodig dan ooit.” Toch erkent 47 procent van de ondervraagde journalisten dat het belang van de ‘mainstream media’ hierdoor afneemt. Ria Goris roept in dit verband regiojournalisten op om aan ‘factchecking’ te doen. “Regiojournalistiek kan hier de rol van neutrale, objectieve ‘arbiter’ opnemen. In een ‘wat zeggen de cijfers?’-repliek kunnen ze via een factcheck reageren op onjuiste informatie over lokale dossiers die circuleren op sociale media.”