Overslaan en naar de inhoud gaan

Proces-De Gelder: VVJ roept op tot berichtgeving met respect

Op 19 februari begint in Gent het assisenproces van Kim De Gelder. De rechtszaak wekt begrijpelijkerwijs veel belangstelling bij publiek en nieuwsmedia.

De VVJ vraagt alle nieuwsredacties en journalisten om naast hun informatietaak ook enkele noodzakelijke beperkingen in acht te nemen.

 Zo is de capaciteit van de assisenzaal en van de aansluitende relaiszaal beperkt, en dringen zich tegelijk belangrijke veiligheidsmaatregelen op.

De VVJ vraagt daarom dat het systeem van toegangsbadges, zoals het met de Gentse justitieverantwoordelijken is uitgewerkt, wordt gerespecteerd.

 

Ø  Enkel 12 redacties (*), houders van een rode badge, hebben toegang tot de eigenlijke assisenzaal. Elk van die twaalf badges kan enkel worden gebruikt door journalisten die zich vooraf hebben gemeld. De betrokken journalisten hebben hun officiële perskaart bij zich om zich te kunnen legitimeren bij het veiligheidspersoneel.

Ø  Daarnaast worden twee tekenaars per keer toegelaten tot de eigenlijke assisenzaal. De verdeling van de twee plaatsen over de geïnteresseerde nieuwsmedia gebeurt op basis van de nota van Philippe François van Belga.

Ø  De 25 persplaatsen in de relaiszaal met voorbehouden schrijftafel worden enkel gebruikt door nieuwsmedia en journalisten die zich daar vooraf voor hebben gemeld (**). Zij hebben hun officiële perskaart bij zich om zich te kunnen legitimeren bij het veiligheidspersoneel.

 

De VVJ dringt er verder op aan de gepaste terughoudendheid aan de dag te leggen ten aanzien van de actoren op het proces.

 

Ø  Juryleden worden niet benaderd.

Ø  Slachtoffers en hun familie kunnen aanspraak maken op respect voor hun leed en waardigheid.

Ø  Ook personen uit de omgeving van de beschuldigde (ouders en anderen) worden niet ongepast benaderd.

Ø  Zie artikel 22 tot en met 26 van de Code van de Raad voor de Journalistiek en de richtlijn van de RvdJ over identificatie in een gerechtelijke context, hierna in bijlage toegevoegd.

 

Specifiek wat beeld- en geluidsopnamen betreft vraagt de VVJ dat de met justitie gemaakte afspraken worden nageleefd.

 

Ø  Beelden van het proces worden gemaakt door twee tv-ploegen (VRT en VTM) en twee fotografen (Belga en Photonews); zij spelen hun beelden door aan andere geïnteresseerde nieuwsmedia. Het nemen van de beelden gebeurt van posities die door de voorzitter of de persraadsheer worden aangegeven.

Ø  De betrokken beeldjournalisten kunnen hun beelden in de assisenzaal maken bij de aanvang van het proces (een tiental minuten), op latere ogenblikken wanneer de voorzitter van het assisenhof dit toelaat, en bij het einde van het proces tijdens de voorlezing van het eindarrest.

Ø  Tv-beelden van de beschuldigde mogen slechts het onderlichaam tonen; op foto’s van de beschuldigde moet het gezicht volledig en grondig gerasterd zijn. De betrokken beeldmedia geven hun beelden enkel op deze wijze door aan collega’s.

Ø  Idem voor beelden van de begeleidende veiligheidsagenten.

Ø  Geen close-ups van juryleden.

Ø  In de relaiszaal worden geen visuele of audio opnamen gemaakt.

 

 

 

(*) De 12 redacties die toegang hebben tot de eigenlijke assisenzaal zijn:

- Belga

- VRT-radio

- VRT-tv

- VTM

- TV-Oost

- De Standaard

- Het Nieuwsblad

- Het Laatste Nieuws

- De Morgen

- Gazet van Antwerpen / Het Belang van Limburg

- RTBf

- www.assisen.be

 

(**) De 25 redacties met een voorbehouden schrijftafel in de relaiszaal zijn:

 

- Belga

- VRT-radio

- VRT-tv

- VRT-online

- VRT-online

- VTM-tv

- VTM-online

- Vier-Woestijnvis

- TV-Oost

- De Standaard

- Het Nieuwsblad

- Het Nieuwsblad online

- Het Laatste Nieuws

- De Morgen

- Gazet van Antwerpen / Het Belang van Limburg

- Knack

- Humo

- Dag Allemaal

- RTBF

- RTL

- ANP

- Reuters

- De Volkskrant

- Vrij Nederland

- freelancer KDB


 

 

 

 

 

 

 

 

Contacten:

 

 

Aanspreekpunten Justitie:

 

De heer Martin Minnaert, persraadsheer Hof van Beroep Gent

martin.minnaert@just.fgov.be – gsm 0485-54.33.19

 

De heer Jan Van den Berghe, ondervoorzitter Rechtbank van Eerste Aanleg Gent

jan.v.d.berghe@telenet.be – gsm

 

 

 

Aanspreekpunten pers:

 

Pol Deltour, nationaal secretaris VVJ

pol.deltour@journalist.be – gsm 0478-38.10.33

 

Erwin Verhoeven (Het Laatste Nieuws)

erwin.verhoeven@persgroep.be – gsm 0475-48.35.64

(in combinatie met het werk voor de krant; gelieve hiermee rekening te houden)

 

Philippe François (Belga)

pfr@belga.be – gsm 0475-43.67.54

 

Lieven Van Assche, voorzitter VVBJ (beeldjournalisten)

info@lievenvanassche.be – gsm 0477-28.84.71

 

Flip Voets, ombudsman RvdJ

flip.voets@rvdj.be – gsm 0486-85.15.76

 

 

 

 foto Pool Didier Lebrun / Dirk Waem/ /Photo News

 

 

 

 

 

Uittreksel uit de Code van de Raad voor de Journalistiek:

 

 

(...)

 

IV. - RESPECT VOOR HET PRIVELEVEN EN DE MENSELIJKE WAARDIGHEID

 

22. – De journalist houdt rekening met de rechten van eenieder die in de berichtgeving voorkomt. Hij weegt die rechten af tegenover het maatschappelijk belang van de informatie.

 

23. – De journalist respecteert het privéleven van personen en tast het niet verder aan dan noodzakelijk in het maatschappelijk belang van de berichtgeving.

 

De journalist gaat in het bijzonder omzichtig om met mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie, zoals minderjarigen, slachtoffers van criminaliteit, rampen en ongevallen, en hun familie.

?

 

24. De journalist respecteert de menselijke waardigheid en tast ze niet verder aan dan noodzakelijk is in het maatschappelijk belang van de berichtgeving.

 

De journalist vermijdt overdrijving bij het vrijgeven van beelden en/of details, ook wanneer de feiten de publieke opinie sterk beroeren.

?

 

25. – De journalist uit geen ongegronde verdachtmakingen of beschuldigingen.

 

26.De journalist respecteert het leed van slachtoffers en hun omgeving en bij zijn nieuwsgaring dringt hij zich niet ongepast op.

 

27.De journalist die persoonlijkheidskenmerken vermeldt zoals etnische oorsprong, huidskleur, seksuele geaardheid vermijdt stereotypering, veralgemening en overdrijving, en zet niet aan tot discriminatie.

 

 

 

RICHTLIJN VAN DE RAAD VOOR DE JOURNALISTIEK  OVER IDENTIFICATIE IN EEN GERECHTELIJKE CONTEXT

 

15 april 2010

 

Een journalist die in zijn berichtgeving een verdachte, een veroordeelde of een slachtoffer identificeert door woord, tekst of beeld, maakt steeds een afweging tussen het recht van het publiek om zo volledig mogelijk geïnformeerd te worden enerzijds, en het recht op privacy van de persoon over wie bericht wordt anderzijds. Deze belangenafweging maken is niet eenvoudig. Naar gelang van de situatie zal de journalist kiezen voor een volledige identificatie, voor een beperkte identificatie of voor het niet bekendmaken van de identiteitsgegevens. De beslissing om een verdachte of een slachtoffer volledig te identificeren is bij voorkeur geen inschatting van de individuele journalist, maar een op de redactie overlegde beslissing. Overwegingen in verband met het maatschappelijk belang van de berichtgeving komen daarbij op de eerste plaats. Journalisten en redacties die zich op het maatschappelijk belang beroepen, moeten dit steeds kunnen motiveren. Dat doet overigens niets af aan het recht van elke journalist om zijn medewerking op een concreet punt te weigeren als hij of zij een bepaalde journalistieke handelwijze beroepsethisch moeilijk vindt.

 

Deze richtlijn is bedoeld als een hulpmiddel bij het maken van deze belangenafweging. In de richtlijn worden een aantal situaties besproken, en daarbij wordt aangegeven welke oplossing de voorkeur verdient. De specifieke omstandigheden van een concrete situatie kunnen ook tot een andere verantwoorde keuze leiden, maar de journalist of de redactie moet die keuze tot identificatie steeds kunnen motiveren.

 

Plicht 5 van de Verklaring der plichten en rechten van de journalist (1971) zegt dat de journalisten ‘zich ertoe verplichten het privéleven van personen te eerbiedigen’. Artikel 5 van de Code van journalistieke beginselen (1981) zegt: ‘De uitgevers, de hoofdredacteuren en de journalisten moeten de individuele waardigheid en privacy respecteren. Zij moeten elke ongeoorloofde inmenging in persoonlijke pijn en smart vermijden, tenzij overwegingen in verband met de persvrijheid dit noodzakelijk maken’.

Als regel bepaalt het Europees hof voor de rechten van de mens dat privacygegevens bekendmaken slechts kan indien hierdoor een bijdrage wordt geleverd tot een debat van maatschappelijk belang. Recht op privacy en persvrijheid moeten daarom telkens tegenover elkaar afgewogen worden.

Soms verbiedt de wet bovendien uitdrukkelijk het identificeren van betrokkenen in bepaalde situaties. Dit geldt onder meer voor minderjarigen die betrokken zijn in een zaak voor de Jeugdrechtbank (art. 433bis Strafwetboek) en voor slachtoffers van seksueel geweld (art. 378bis Strafwetboek).

 

Bij de bekendmaking van namen en andere identificatiegegevens in de gerechtelijke verslaggeving moet daarom terughoudendheid in acht worden genomen. Dit geldt ook voor indirecte identificatie. Toch zijn er situaties waarin identificatie aangewezen kan zijn.

 

Achtereenvolgens wordt in deze richtlijn de berichtgeving over verdachten, veroordeelden, minderjarigen en slachtoffers toegelicht.

 

 

1. Verdachten

 

 

Principes:

Beperkte identificatie kan uitzonderlijk.

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder specifieke voorwaarden.

 

1.1.            Algemeen

 

Uiterste voorzichtigheid wordt in acht genomen wanneer er twijfel is over de betrokkenheid van de verdachte. Elke verdachte geniet immers het vermoeden van onschuld en dit dient uit de berichtgeving te blijken.

 

1.2.            Beperkte identificatie

 

De voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel worden vermeld.

 

Of deze gegevens worden vermeld, en de mate waarin, moet hoofdzakelijk afhangen van 1.1 en van de ernst van de feiten, de stand van het onderzoek en het maatschappelijk belang om over de feiten te berichten.

 

Bij lichte misdrijven ligt zelfs beperkte identificatie niet voor de hand.

 

1.3.             Volledige identificatie en herkenbare beelden

 

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden, die de redactie moet kunnen motiveren:

 

§  Een ernstig maatschappelijk belang rechtvaardigt de volledige identificatie.

 

§  De verdachte is een publiek figuur en het maatschappelijke belang rechtvaardigt zijn identificatie.

 

§  Bij ernstige misdrijven wanneer de schuld aannemelijk is gemaakt, bijvoorbeeld door een bekentenis, een betrapping op heterdaad of door informatie uit betrouwbare bron.

 

§  De verdachte is voortvluchtig en de politie of het gerecht heeft een opsporingsbericht verspreid met volledige identiteitsgegevens en/of herkenbare beelden.

 

§  De verdachte is voortvluchtig en vormt een gevaar voor de samenleving.

 

§  Het volledig identificeren van de verdachte kan een waarschuwing betekenen voor mogelijke nieuwe slachtoffers.

 

§  De verdachte komt zelf met zijn verhaal naar buiten en maakt geen bezwaar tegen verdere identificatie.

 

1.4.            Minderjarige verdachten

 

Zie 4.

 

 

2. Veroordeelden

 

 

Principes:

Beperkte identificatie kan eventueel.

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder specifieke voorwaarden.

 

2.1.            Algemeen

 

De herintegratie in de maatschappij van een veroordeelde, zijn reclassering, of het lange tijdsverloop na de veroordeling, zijn elementen waarmee de journalist rekening houdt om terughoudend te zijn met identiteitsgegevens.

 

2.2.            Beperkte identificatie

 

De voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel worden vermeld.

 

Of deze gegevens worden bekend gemaakt, en de mate waarin, moet hoofdzakelijk afhangen van 2.1 en van de ernst van de feiten, de stand van de procedure en het maatschappelijk belang om over de feiten te berichten.

 

Bij lichte misdrijven ligt zelfs beperkte identificatie niet voor de hand.

 

2.3.            Volledige identificatie en herkenbare beelden

 

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden, die de redactie moet kunnen motiveren:

 

§  Het maatschappelijk belang rechtvaardigt de volledige identificatie.

 

§  De veroordeelde is een publiek persoon en het maatschappelijk belang rechtvaardigt zijn volledige identificatie.

 

§  De ernst van de feiten rechtvaardigt de volledige identificatie.

 

§  De veroordeelde komt zelf met zijn verhaal naar buiten en maakt geen bezwaar tegen volledige identificatie.

 

2.4.            Minderjarige veroordeelden

 

Zie 4.

 

 

3. Slachtoffers

 

 

Principes:

Beperkte identificatie kan eventueel.

Volledige identificatie en herkenbare beelden zijn in de regel niet toegestaan.

 

3.1.            Algemeen

 

Bij slachtoffers worden, indien mogelijk, de identiteitsgegevens pas bekendgemaakt nadat blijkt dat het slachtoffer of de rechtstreekse familie op de hoogte is gebracht.

 

Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de vraag van een slachtoffer of zijn directe omgeving om niet geïdentificeerd te worden.

 

Elke identificatie van slachtoffers van seksueel geweld is bij wet verboden, tenzij met hun schriftelijke toestemming of die van de onderzoeksmagistraat.

 

3.2.            Beperkte identificatie

 

De voornaam, de eerste letter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel worden vermeld.

 

Of deze gegevens worden vermeld, en de mate waarin, moet afhangen van 3.1. en van de ernst van de feiten en van het maatschappelijk belang om erover te berichten. De redactie moet haar beslissing kunnen motiveren.

 

3.3.            Volledige identificatie en herkenbare beelden

 

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden, die de redactie moet kunnen motiveren:

 

§  Een ernstig maatschappelijk belang.

 

§  De ernst van de feiten.

 

§  De bekendheid van het slachtoffer.

 

§  De instemming van het slachtoffer of van zijn nabestaanden.

 

3.4.            Minderjarige slachtoffers

 

Zie 4.

 

 

4. Minderjarigen

 

 

Principes:

Zelfs met beperkte identificatie moet uiterst terughoudend worden omgesprongen.

Volledige identificatie en herkenbare beelden van een minderjarige die betrokken is bij strafbare feiten, zijn in de regel niet toegestaan.

 

4.1.   Algemeen

 

Elke identificatie van een minderjarige die het voorwerp is van een maatregel van een jeugdrechter, is bij wet verboden.

 

4.2.   Beperkte identificatie

 

Enkel bij ernstige misdrijven en op voorwaarde van een ernstig maatschappelijk belang kunnen eventueel de voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats bekend worden gemaakt, àls dit verenigbaar is met 4.1.

 

Minderjarige slachtoffers worden in de regel niet geïdentificeerd, minstens wordt uiterst terughoudend omgegaan met gegevens die identificatie mogelijk maken.

 

Als de ouders of nabestaanden van minderjarigen de pers verzoeken een bepaalde lijn aan te houden in verband met de identificatie van minderjarigen, wordt daarmee zo veel mogelijk rekening gehouden.

 

4.3.   Volledige identificatie en herkenbare beelden

 

Volledige identificatie en herkenbare beelden zijn in regel niet toegestaan.

 

In zover verenigbaar met 4.1., zijn uitzonderingen enkel mogelijk onder één van volgende voorwaarden, die de redactie moet kunnen motiveren:

 

§  De politie of het gerecht verspreiden zelf een opsporingsbericht met volledige identificatie en/of herkenbare beelden.

 

§  De feiten zijn zeer ernstig en hebben de maatschappij beroerd.

 

§  De ouders van minderjarige slachtoffers komen zelf met hun verhaal naar buiten en maken geen bezwaar tegen volledige identificatie of herkenbare beelden van hun kind.

 

 

 

 

 

 

Onze partners