De eerste voorbereidingen voor het oprichten van een permanente beroepsvereniging voor de pers in België dateren van 1885. Het ging om een project van Arthur Goemaere, president van het Comité International de la Presse. Tevens werd de wens geuit om tot een officieel statuut voor journalisten te komen. Het doel van de vereniging was de vrijheid, rechten en algemene belangen van de pers te verdedigen, naast de waardigheid en professionele belangen van de leden, die zowel journalisten als directeuren en uitgevers konden zijn.
Op 8 november 1885 kwamen 68 journalisten en directeuren voor de eerste keer samen in Antwerpen en werd er een speciale commissie opgericht om de statuten op te stellen. Bijna een jaar later, op 1 november 1886, vond de constitutieve algemene vergadering plaats: de Algemene Belgische Persbond (ABP) was geboren. In de jaren die volgden kwamen ook provinciale secties tot stand: Antwerpen (1886), Vlaanderen (1887), Brussel (1888), Henegouwen-Namen (1895) en Luik-Luxemburg (1899). Er werd overeengekomen dat er beurtelings een journalist en een directeur voorzitter zou zijn. Vanaf 1898 werd er om de twee jaar een nieuwe voorzitter gekozen. In 1894, toen in Antwerpen de Wereldexpo plaatsvond, organiseerde de ABP het eerste internationale congres van de pers. Dat leidde tot de oprichting van de IFJ (Internationale Federatie van Journalisten).
In 1905, toen België 75 jaar onafhankelijkheid vierde, werd de ABP officieel erkend door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die eerste jaren had de vereniging wel te kampen met politieke conflicten, met name tussen katholieken en socialisten. Ook de oprichting van een Brusselse vereniging van journalisten dreigde roet in het eten te gooien. Oorlogsjaren Op 12 januari 1914 werd er vanuit de ABP een tweede vereniging opgericht: de Beroepsunie van de Belgische Persbond (BBP). Deze ontstond eigenlijk uit praktische noodzaak. De behoefte aan een pershuis was immers reëel geworden, en in tegenstelling tot de ABP beschikte de BBP wel over de rechtspersoonlijkheid die hiervoor nodig was. In de BBP werden weliswaar enkel werknemers opgenomen, ook al had ze hetzelfde doel als de ABP en werd er niet meteen een syndicale werking ontwikkeld. Tijdens WO I weigerden de persbonden te collaboreren en journalisten die zich daar toch aan bezondigden werden na de oorlog uit de vereniging geweerd. Hierna begon er een vruchtbare periode waarin nieuwe, aanverwante instellingen ontstonden, zoals het Instituut voor de Journalistiek en de Toekomst van de Journalist. In 1920 verscheen voor het eerst het tijdschrift De Journalist/Le Journaliste.
Door de slechte economische toestand na de oorlog kwam tevens de syndicale werking van de BBP op gang. Er werd contact opgenomen met de patronale organisaties, maar dat zou pas op 24 november 1955 tot een eerste CAO leiden. Terwijl de ABP dus verder de morele belangen van de pers behartigde, zorgde de BBP voor de materiële. Geen Orde Tijdens WO II werd de ABP officieel ontbonden, maar officieus bleef ze vanuit Parijs en Londen actief. Daardoor kwam de ABP na de oorlog in een slecht daglicht te staan. Men dacht erover om een Orde van Journalisten op te richten, maar dat leidde tot talrijke conflicten en uit een referendum op 14 november 1945 bleek dat een nipte meerderheid ertegen was. De plannen werden afgeblazen. De verschillen tussen de ABP (waarin nog steeds directeuren en uitgevers zaten) en de BBP werden steeds groter en in de jaren zestig scheurde die laatste zich definitief af van de ABP. Hierna stelde deze nauwelijks nog iets voor. In 1978 werd ze zelfs opgenomen in de BBP, zij het dat uitgevers en directeuren geen lid meer konden worden. De gefusioneerde vereniging kreeg tevens een nieuwe naam: de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB). Terzelfdertijd werd haar ook een overheidssubsidie toegekend door de regering Tindemans. Communautarisering Nu kwamen de communautaire kwesties bovendrijven en in het begin van de jaren negentig van vorige eeuw kwamen er een Nederlandstalige en een Franstalige vleugel tot stand. Zij werden statutair verankerd op 28 februari 1998, toen een buitengewone algemene vergadering de defederalisering van de AVBB met een overgrote meerderheid goedkeurde.
Sindsdien spelen elk op hun niveau ook de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Association des Journalistes Professionels (AJP) een rol in de belangenbehartiging van journalisten. (MSL) Chronologie • 8 november 1885: eerste samenkomst van wat de ABP zou worden • 1 november 1886: constitutieve algemene vergadering • 1894: eerste internationale congres van de pers, georganiseerd door de ABP • 1905: officiële erkenning van de ABP door het ministerie van Buitenlandse Zaken • 12 januari 1914: oprichting BBP door de ABP • 1920: eerste nummer van het tijdschrift De Journalist/Le Journaliste • 14 november 1945: referendum over de oprichting van een Orde van Journalisten, dat resulteerde in 99 ja- en 117 nee-stemmen. • 24 november 1955: eerste CAO • 1978: fusie van ABP en BBP tot AVBB • 28 februari 1998: goedkeuring van de defederalisering van de AVBB door een buitengewone algemene vergadering. De vereniging krijgt een Vlaamse vleugel (VVJ) en een Franstalige vleugel (AJP).