Overslaan en naar de inhoud gaan

Ook freelancers hebben recht op afscheidsvergoeding

Gust Verwerft begon in september 2002 te schrijven voor Zondagsblad, dat uitgegeven wordt door Cascade. Kort voordien was hij aan de kant geschoven bij De Persgroep, nadat die beslist had zijn tabloïd Blik op te doeken. “Blik verliest Gust Verwerft aan Zondagsblad”, heette het, een beetje pronkerig, op de cover van de ZB-editie van 24 september 2002.
Verwerft maakte met de toenmalige Cascade-verantwoordelijken via e-mail afspraken voor een soort ‘assisen-magazine’ a rato van drie pagina’s per week. Het Zondagsblad publiceerde zijn bijdragen steevast onder de kop ‘van onze gerechtspecialist ter plaatse’. Half november bereikten beide partijen – opnieuw via e-mail – ook een overeenkomst over een maandvergoeding.
Een jaar later stelt Cascade evenwel een ander betalingssysteem voor, dat gebaseerd is op het aantal gepubliceerde tekens. Gust Verwerft aanvaardt die regeling, maar toch krijgt hij vanaf september 2003 geen nieuwe opdrachten meer. De journalist dringt hierna aan op een ‘afscheidsregeling’, maar krijgt het deksel op de neus. Uitgever Cascade houdt voor dat zij de journalist niets verschuldigd is aangezien hij slechts op losse, zelfstandige basis werkte.

GOEDE TROUW

Begin 2004 dagvaardde Gust Verwerft met steun van de VVJ/AVBB uitgeverij Cascade. Zijn vordering hield een vergoeding van 6 keer het aanvankelijk overeengekomen maandbedrag in.
De rechtbank wijst er in haar vonnis van 11 februari jl. op dat de journalist exclusief en voor onbepaalde duur door Cascade onder contract werd gezet. Daarnaast is duidelijk dat diezelfde uitgever een jaar later eenzijdig een einde maakte aan de samenwerking. Cascade verwijst voor dat laatste naar haar ‘journalistieke vrijheid’ om bepaalde bijdragen niet langer te moeten publiceren. Toch belet dit volgens rechter Couwenberg nog niet dat een opdrachtgever zijn medewerkers correct moet blijven behandelen. Artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek – een van de pijlers van het Belgische recht – schrijft nu eenmaal voor dat alle overeenkomsten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd.
Van een wanprestatie in hoofde van de journalist is alleszins geen sprake, en dus moest Cascade ook bij de beëindiging van de samenwerking ‘te goeder trouw’ handelen, vervolgt de rechtbank. Concreet diende de verbreking te gebeuren “op een wijze die de contractspartij toelaat zich aan de gewijzigde toestand aan te passen”. Dit veronderstelt dat de uitgever aan de freelancer “minstens de gelegenheid en de tijd geeft een andere contractspartij te vinden of minstens een vergelijkbare toestand tot stand te brengen. Wordt deze verplichting niet nagekomen, dan is er sprake van een wanprestatie die, mits bewijs van schade, aanleiding kan geven tot het toekennen van een vergoeding. Deze schade bestaat in de kosten die de journalist moet maken om zich hals over kop tot de markt te wenden om een nieuwe contractspartner te vinden en in het verlies van inkomsten, die de journalist normaal had kunnen bekomen indien hij een termijn had gekregen om zich op de verbreking voor te bereiden.”

BREEKIJZER

De rechtbank stelt nog dat ook de professionele integriteit van Verwerft door de abrupte beëindiging van de samenwerking duidelijk schade heeft geleden. Het resultaat: een schadevergoeding van 5.200 euro, goed voor een maandbedrag van het afgesproken honorarium.
Gust Verwerft is tevreden met het gecreëerde precedent maar betreurt het lage bedrag van de schadevergoeding.
Advocaat Lieven Lenaerts, die de zaak voor Verwerft en de VVJ/AVBB pleitte, wijst op het grote belang van de motivering van het vonnis. “Gust Verwerft is een wegbereider voor de zelfstandige journalisten, waarbij nu wordt erkend dat ze recht hebben op een schadevergoeding bij abrupte verbreking. Ik denk dat dit vonnis genoeg inhoud heeft om als breekijzer te gebruiken tegen diegenen die, zoals Cascade, blijven voorhouden dat een freelance-contract zomaar kan beëindigd worden.”

Pol Deltour

Onze partners