De Vlaamse mediasector heeft een Sociaal Charter voor de Mediasector goedgekeurd, tekst die op 28 juni ook door de Vlaamse regering is ondertekend. Het Charter bevat handtekeningen van een veertigtal mediabedrijven, beroepsverenigingen (waaronder de VVJ), vakbonden, middenveldorganisaties, universiteiten en hogescholen. De tekst komt in de plaats van het Sociaal Charter dat enkele jaren geleden al tot stand kwam voor specifiek de audiovisuele sector, en wordt van toepassing op iedereen die in de brede mediasector werkt, onder meer ook uitgevers en journalisten. De finaliteit is een beter sociaal statuut voor wie in de mediasector werkt.
Het document bundelt een aantal pijnpunten en formuleert engagementen. Vaak wordt daarbij teruggevallen op bestaande arbeidsrechtelijke verplichtingen, maar het feit dat de aandachtspunten worden opgelijst is hoe dan ook een stap vooruit. Behandelde thema’s zijn onder meer de vergoedingen (die 'correct' moeten zijn), flexibiliteit en arbeidsdruk, grensoverschrijdend gedrag en auteursrecht.
Het Charter heeft speciale aandacht voor een aantal extra kwetsbare groepen, zoals stagiairs, starters, freelancers en uitzendkrachten. Met de tekst uiten de ondertekenaars hun bedoeling ter zake een tandje bij te steken. Ook de VVJ rekent daarbij op positieve sociale ontwikkelingen in de sector. De tekst die in juni werd afgeklopt, is overigens geen eindpunt, want ze wordt jaarlijks geëvalueerd. Het initiatief daartoe zal worden genomen door het Departement voor Cultuur, Jeugd en Media. Minister van media Sven Gatz (Open Vld) was de drijvende kracht achter het nieuwe Charter. De VVJ werd van bij het begin betrokken bij de totstandkoming.
Lees hier het Sociaal Charter.
© Jef Matthee/Photo News