De cijfers die Stefaan Walgrave en Volkan Uce (Universiteit Antwerpen) bijeenharkten in verband met criminaliteitsverslaggeving zijn inderdaad opmerkelijk. Bekeken over 2.200 nieuwsuitzendingen uit de periode 2003-2005, ging een achtste van alle uitzendtijd naar een of ander crimineel feit. Voor VTM gaat het om 15,5 procent van de uitzendtijd, voor Eén/VRT om 9,7 procent. De onderzoekers stelden ook vast dat in de loop van de periode 2003-2005 de aandacht voor criminaliteit sterk is toegenomen, vooral dan op VTM. Het ‘slachtoffer’ van die tendens blijkt de politieke berichtgeving te zijn.
UA-hoogleraar Walgrave: “VTM steekt daarmee ver boven de Duitse zenders ARD en RTL en de Britse zenders BBC en ITV uit. In die landen merkten we trouwens ook geen stijgende lijn zoals bij ons. Het zou dus wel eens kunnen dat VTM dé crimi-zender van Europa is. Maar ook Eén komt intussen iets boven de Duitse en Britse cijfers uit.”
Even opvallend vindt Walgrave dat de uitzendtijd niet beantwoordt aan de realiteit inzake criminaliteit. “Een belangrijke indicator van nieuwskwaliteit is toch dat het nieuws beantwoordt aan de realiteit”, aldus de hoogleraar. “Nu besef ik als geen ander de relativiteit van criminaliteitsstatistieken, maar voor 2003-2005 vertonen de politiecijfers hoe dan ook een dalende tendens. Moorden bijvoorbeeld beleefden in drie jaar tijd op VTM een spectaculaire boom, terwijl dat misdrijf in de praktijk stabiliseerde. Dat wijst toch op een bewuste redactionele keuze van de VTM-leiding.” Het omgekeerde doet zich trouwens even goed voor: terwijl vermogensdelicten méér voorkomen in de realiteit, halen ze voorwaar minder het televisienieuws.
Nog volgens Stefaan Walgrave is dat alles niet onschuldig. “Vooral VTM-kijkers leven in een overdreven criminele wereld. En onvermijdelijk bevordert dit onveiligheidsgevoelens en vermindert het het vertrouwen in de samenleving.”
Woord-wederwoord
Toch is het globale oordeel van de ENA-onderzoekers over de periode 2003-2005 genuanceerd. Marc Hooghe (KU Leuven): “We stappen zeker niet mee in de klachten van cultuurpessimisten als zou er sprake zijn van een hemeltergende vervlakking van het nieuwsaanbod. Iedereen ziet in dat we met VTM wel degelijk over een kwalitatieve commerciële nieuwszender beschikken.”
De Gentse wetenschappers Mieke De Clercq en Steve Paulussen bijvoorbeeld stelden vast dat zowel de VRT als VTM kan terugvallen op een uitgebreide redactie met jonge en hoogopgeleide journalisten. In de journaals van beide omroepen komen ook maar weinig kennelijke fouten voor, voegt Knut De Swert (UA) daaraan toe. “Althans de nieuwsbronnen zelf zijn overwegend tevreden over de manier waarop ze in het nieuws worden gebracht. Als er iets is wat hen stoort, is het wel de beperktheid van hun informatie die uiteindelijk het journaal haalt.”
Beide zenders lijken verder grotendeels dezelfde objectiviteitscriteria te hanteren, waarbij ze erover waken de diverse zijden in conflicten en debatten aan het woord te laten komen. Marc Hooghe: “Als woord-wederwoord een kwaliteitskenmerk is van het nieuws, dan zorgt het alvast niet voor enig kwaliteitsverschil tussen de openbare en de commerciële omroep. Wat de basisnormen van de journalistieke deontologie in het algemeen betreft, steekt VTM zeer gunstig af ten opzichte van andere commerciële zenders in Europa.”
Het jongste ENA-onderzoeksrapport werd maandag voorgesteld in het bijzijn van Vlaams Mediaminister Geert Bourgeois (N-VA). Hij nam akte van de “confronterende bevindingen inzake criminaliteitsberichtgeving”. “Dit vraagt om reacties”, aldus Bourgeois. “Maar laat ons niettemin niet blind zijn voor het feit dat de kwaliteit van het nieuws in Vlaanderen in het algemeen wel goed is. Voor cultuurverslaggeving bijvoorbeeld zijn de resultaten uitstekend. En ook VTM presteert naar behoren.”
Pol Deltour
Het boek ‘De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws. Jaarboek van het Elektronisch Nieuwsarchief 2’ is uitgegeven bij Acco Leuven.
Het Elektronisch NieuwsArchief (ENA) stelt zich tot doel televisienieuws toegankelijk te maken voor wetenschappelijk onderzoek. De basisidee is dat televisie een dermate belangrijke informatiebron is dat meer en systematischer wetenschappelijk onderzoek erover noodzakelijk is.
Het ENA wordt geleid door de hoogleraren Marc Hooghe (KU Leuven) en Stefaan Walgrave (UA), en wordt ondersteund door Vlaams minister van Media Geert Bourgeois.
www.nieuwsarchief.be