In meer dan dertig werkgroepen en computertrainingen komen de laatste methoden en inzichten aan bod. Voor elke journalist, van elk medium en met elke specialisatie valt er iets te halen.
‘Het is een evidentie dat een journalist zich zoveel mogelijk technieken eigen maakt die hem dichter bij de waarheid kunnen brengen of efficiënter kunnen laten werken’, zegt hoofdredacteur Karl Van Den Broeck van Knack, in antwoord op de vraag of zo’n conferentie in Vlaanderen nut heeft. ‘Elke journalist moet zich ten minste de basics eigen maken van nieuwe journalistieke technieken.’
En Pol Deltour, nationaal secretaris van de VVJ/AVBB, zegt: ‘Die nieuwe technieken openen de poort naar fortuinen aan informatie, die anders niet aangeroerd kunnen worden. Mijn inziens gaat het niet over een bijkomende meerwaarde of een extra hulpmiddel, maar om een absolute noodzaak.’
Het congres biedt onder andere de mogelijkheid te ruiken aan allerlei vormen van Computer-Assisted Reporting (CAR). Naast basistrainingen zoals Excel, statistiek, archieven, recordkeeping, mapping en geavanceerd zoeken op internet worden dit jaar gloednieuwe CAR-methoden gedemonstreerd als remote sensing (onderzoek per satelliet), zoeken in blogs en internetenquêtes maken. Nieuw dit jaar is een demonstratie van handige gadgets en softwareprogramma’s die de journalist van vandaag het werken makkelijker maken. Naast Vlaamse en Nederlandse trainers zullen ook spraakmakende trainers uit de VS en Denemarken (van het gerenommeerde Computer-Assisted Reporting instituut DICAR) hun opwachting maken.
‘We worden nu al ingehaald door nieuwe media zoals onafhankelijke blogjournalisten, die wel meer en meer gebruik maken van technieken zoals CAR, data mining en dergelijke’, zegt Deltour. ‘Deze technieken zijn een wapen in handen van de nieuwe media, die meer en meer terrein winnen op de mainstreamjournalistiek. Directies en hoofdredacties moeten inzien dat ze op lange termijn zullen worden ingehaald en zullen achterblijven, tenzij ze het moderniseren en bijscholen zelf ter harte nemen en mee op de kar van de vernieuwing springen.’
Deltour: ‘Jammer genoeg zitten er tot nu toe nog maar weinig media op de trein van de vooruitgang. Een gebrek aan vertrouwdheid met die nieuwe technieken is daar niet vreemd aan. Er is immers niet voldoende mogelijkheid tot bijscholing en hoofdredacteurs en directies staan niet allemaal te springen om te investeren in de toekomst.’
Karl Van Den Broeck sluit zich aan bij de kritiek dat de serieuze (onderzoeks-) journalistiek in Vlaanderen op een erg laag pitje staat. Maar het argument dat onderzoeken duur en tijdrovend zijn sabelt hij neer: ‘Het is meer een kwestie van prioriteiten: wel geld voor een lifestyle-bijlage, maar geen middelen voor onderzoek? Dat is geen noodzakelijk kwaad maar een bewuste keuze. Ik bedoel allerminst dat lifestyle geen geld waard is, maar als je die keuze maakt, moet je niet komen aandraven met het excuus dat onderzoeksjournalistiek duur en tijdrovend is. Trouwens: die tijdrovendheid is een ongenuanceerd vooroordeel. In een week tijd kan je aardig wat uitspitten. En eens je de zaak aan het rollen kan brengen, komt er vanzelf veel meer boven water. Denk maar aan het Agusta-dossier.’
Bovendien leveren de nieuwe methoden volgens hem ook waardering op van de lezer. ‘Een van die nieuwe technieken, wobbing, heeft Knack in het onderzoeksjournalistieke dossier rond de landbouwsubsidies ruchtbaarheid opgeleverd tot in de Wall Street Journal. De wet op de openbaarheid van bestuursgegevens is een dankbaar instrument dat eigenlijk nog sterk zou moeten worden uitgebreid. Dat bleek uit de dossiers over de EU-landbouwsubsidies en de inmenging van de tabakssector in de antirookcampagnes. In combinatie met een goed informantennetwerk kan de WOB een onderzoeksjournalist veel opleveren, maar op dit moment wordt er verbazend weinig gebruik van gemaakt.’
Onderzoektechnieken zijn geen ‘speeltje’ van journalisten; ze zijn dringend noodzakelijk om de serieuze kranten, programma’s en bladen van de ondergang te redden. Dat is de weloverwogen mening van professor Philip Meyer, die in een openingsspeech de aftrap zal doen van de conferentie in Mechelen. Meyer, professor of Journalism aan de University of North Carolina at Chapel Hill en één van de grondleggers van CAR, toont in een inmiddels klassiek geworden boek The vanishing newspaper aan dat kwaliteit leidt tot profijt. Goede journalistiek doet de oplages stijgen en trekt meer kijkers en luisteraars. Want kwaliteit heeft invloed, en dat beseffen de mediaconsumenten.
‘Technologie verandert de business,’ zegt Meyer in een telefonisch interview vanuit Chapel Hill. ‘Bijvoorbeeld: Hoe ver zijn internet en breedband al doorgedrongen in je verspreidingsgebied? Daar moet je rekening mee houden. Sommige media zullen op den duur de deuren moeten sluiten, maar andere zullen de kansen zien en grijpen. Mediaorganisaties zullen moeten investeren in de technieken die er onomkeerbaar aankomen. Én ze zullen moeten investeren in hun mensen. Leer verslaggevers methoden die ook in de sociale wetenschappen gebruikt worden, dingen als statistiek, calculatie, het analyseren van gegevens. Dat leidt tot inzichten die de lezers en kijkers willen weten.’
Na zijn keynote speech zal Meyer in Mechelen in discussie gaan met Vlaamse en Nederlandse hoofdredacteuren en uitgevers van kwaliteitskranten en –tijdschriften waaronder Yves Desmet (De Morgen) en Dirk Vandekerckhove (Roularta Media Group).
Na Meyer spreekt Matthew Waite van de St. Petersburg Times in Florida, een regionaal dagblad met een oplage ruim 330.000 stuks en een reputatie als kwaliteitskrant. Wait zal demonstreren hoe je met eenvoudige en geavanceerder technieken pakkende verhalen kan maken waar een lezer of kijker niet alleen geïnteresseerd in is, maar ook baat bij heeft. De verhalen van Waite zijn een goed voorbeeld van wat moderne journalistiek vermag, meent Philip Meyer. Waite onderzocht een belofte van de eerste president Bush: er zal geen meter wetland (dit zijn ecologisch belangrijke moerassen) meer verdwijnen in de Verenigde Staten! Met de hulp van satellietfoto’s (nieuwe technieken), maar ook met ouderwets benenwerk (zelf gaan kijken) toonde Waite aan dat er sinds Bush I dit beloofde in 1990, zo’n 340 miljoen vierkante meter moeras ten prooi is gevallen aan winkelcentra, pompstations en wegen. Meyer: ‘Dat soort dingen willen mensen weten, het is hun eigen achtertuin.’ Zo verwerf je als medium invloed in de samenleving, en wie wil daar nu niet mee geassocieerd worden? ‘Ook adverteerders zoeken naar media met invloed!’
Het is te hopen dat Vlaamse journalisten zich aangetrokken voelen tot de nieuwe technieken, menen Pol Deltour en Karl Van den Broeck. ‘De meeste nieuwsmedia laten zich nu voor de kar van de politici spannen’, zegt Van den Broeck. ‘Ze zeggen en schrijven niet meer dan wat de beleidsvoerders naar buiten willen brengen. Dat is niet de taak van journalisten. Een journalist hoeft geen onderzoeksrechter te zijn, maar de waarheid blijft het hoogste goed.’
Deltour: ‘Als journalist heb je eigenlijk de plicht de volledige schat aan informatie aan te boren die beschikbaar is.’
Tekst: Joris Van Beckhoven, Bram Vermeer, Margo Smit en Luuk Sengers
Alle info: www.vvoj.be