Zonder overheidspremies had een groot aantal zelfstandige journalisten er de voorbije maanden wellicht de brui aan gegeven. En ook al zien meer en meer freelancejournalisten hun werk geleidelijk weer aantrekken, toch klinkt een vraag luider dan ooit: zullen de uitgevers deze crisis aangrijpen om straks nog maar eens een reorganisatie door te voeren en fors te knippen in het medewerkersbestand? Een stand van zaken over freelancen in Vlaanderen op basis van een nieuwe VVJ-enquête.
Charlotte Michils
Bij het uitbreken van de coronacrisis in maart hebben de mediabedrijven in eerste instantie bespaard op hun freelancers, zo wees eerder onderzoek van de Universiteit Gent uit. Veel zelfstandige journalisten zagen hun werk in belangrijke mate wegvallen of doorgespeeld naar loontrekkenden. Overheidspremies verzachtten enigszins het leed, en intussen lijkt de samenleving zich stilaan te herstellen van de coronaklap. Maar hoe zijn de freelancejournalisten er vandaag aan toe? De VVJ zocht het uit aan de hand van een follow-uponderzoek. 84 zelfstandige journalisten namen aan de bevraging deel, onder wie 61 zelfstandigen in hoofdberoep en 23 bijberoepers.
De lock-down betekende over en uit voor niet-essentiële beroepen maar ook voor de essentiële beroepen die in het verlengde daarvan liggen. De sportsector viel stil, cultuurhuizen sloten hun deuren, reizen bleek een gril uit het verleden. Met de versoepeling van de maatregelen zijn veel sectoren opnieuw opgestart, en zien sport- en cultuurjournalisten bijvoorbeeld hun inkomsten opnieuw toenemen. Er heerst een voorzichtig optimisme en men maakt zich sterk dat een nieuwe nationale lock-down niet meer aan de orde is. Het helpt ook dat de consument de coronaberichtgeving beu is en snakt naar ander nieuws.
Toch zitten we nog niet in pre-corona-tijden: social distancing en andere veiligheidsmaatregelen beperken de toegang tot het terrein en journalisten zijn daar de dupe van. Tegelijk, zo merkt een sportfotograaf op, betekent het meer werk voor agentschappen. Daarnaast worden politieke of gerechtsjournalisten meer dan eens veroordeeld tot digitaal vergaderen en moeten ze opboksen tegen allerlei technische mankementen. Digitale toegang heet ook een gunst te zijn en geen verworven recht.
Hammer time
Het herstel verliep voor de één al sneller dan voor de andere. Een boekenjournalist geeft aan dat het in april hammer time was met 40% minder inkomsten, dat mei beterschap bracht en dat de zomer heel erg goed was. Dat ligt helemaal anders voor een concertfotograaf die vier opdrachten in zes maanden had, goed voor 797 euro in het totaal. Geen evenementen betekent ook geen inkomsten uit de verkoop van archiefbeelden.
Weinig tot geen progressie ondervonden veel collega’s in de vakpers, de medische pers om verklaarbare redenen daargelaten. Deze laatste pakte uit met dikkere kranten en bijkomende edities, en bood werk aan extra journalisten. Daarnaast zette het coronatijdperk aan tot duurzaamheidsdenken, wat resulteerde in nieuwe opdrachten rond groene mobiliteit en het testen van elektrische auto’s, plug-in hybrides, CNG- en waterstofwagens.
Maar voor het gros van de gespecialiseerde journalisten, werkzaam rond onder meer toerisme, horeca en vervoer, was de toestand dramatisch en is het einde nog niet in zicht. Velen geven aan dat de advertentiekraan is dichtgedraaid en dat er voor het einde van het jaar geen ommezwaai te verwachten valt. Sommigen denken aan stoppen. Het weinige werk schuift naar de uitgever/hoofdredacteur, zijn of haar loontrekkende collega’s vallen terug op tijdelijke werkloosheid. Het wegvallen van het overbruggingsrecht is voor deze gespecialiseerde journalisten een kwalijke zaak. De resultaten van onze follow-upbevraging liggen in de lijn van de eerdere onderzoeksresultaten van de UGent: ook toen al (in maart-april) bleek de vakpers verhoudingsgewijs harder getroffen dan andere journalisten. De VVJ telt onder haar leden een dikke honderd vakpersjournalisten in hoofdberoep.
Ambassadeurs en stagiairs
De coronacrisis heeft daarnaast enkele bestaande tendensen versneld. Zo was het budget voor foto-, lifestyle- en regiojournalistiek al langer krimpende en bevestigen recente managementbeslissingen de ingeslagen richting. HLN bijvoorbeeld verbrak de samenwerking met 60 à 70 medewerkers regio sport. Het sportnieuws uit de regio wordt afgebouwd en het aantal opdrachten voor sport nationaal beperkt. Alles komt ook online, en enkel op maandag en vrijdag zal er regio sport in de papieren krant te zien zijn. Net als de andere collega’s bij de algemene regionale berichtgeving, krijgen de regiosportjournalisten nu een stuk eindredactie toebedeeld, moeten ze bijpassende foto’s zoeken en social media onderhouden. Tegelijk wordt dat surplus aan werk 'beloond' met een lagere vergoeding. Meer dan één journalist beklaagt zich ook over het maximaal aantal stukken per maand. Puur ingegeven door budgettaire overwegingen, met journalistiek heeft het nog weinig te maken, klinkt het.
Even frappant is de keuze voor zogenaamde ambassadeurs, die gratis hun steentje bijdragen aan het regionieuws, en de vele niet-reglementaire stages. Ook die zetten de freelancejournalistiek onder almaar grotere druk. De vraag klinkt dan ook luider dan ooit: in welke mate zal de crisis worden aangegrepen om nog meer bezuinigingsoperaties door te voeren?
Overheidssteun
Liefst 57% van de journalisten in hoofdberoep kwam in aanmerking voor federale of regionale overheidssteun en wist zo een moeilijke periode te overbruggen. Een klein deel geeft expliciet aan die levenslijn momenteel niet meer nodig te hebben, de meeste anderen hopen echter op enige voortzetting. De overige 43% kreeg geen steun omdat de inkomsten in 2020 vergelijkbaar waren met het jaar voordien (18%) of omdat men niet meteen aan de toekenningsvoorwaarden voldeed (60% inkomstenverlies, geen werk gedurende zeven opeenvolgende dagen…). Daarnaast bleken sommigen niet of niet goed geïnformeerd over de steun of vonden ze de aanvraagprocedure te ingewikkeld. Een deel gaf ook aan over voldoende reserves te beschikken of een maandelijkse fix te ontvangen.
Voor de bijberoepers ligt het percentage steunaanvragen een pak lager: minder dan een vijfde kwam in aanmerking. Nochtans kreeg 87% gevoelig minder inkomsten binnen. De groep van bijberoepers is natuurlijk heel divers: ze combineren hun journalistieke werk met allerlei soorten andere beroepen of met een pensioen. De meesten vind je in de regionale journalistiek of in de vakpers. In enkele gevallen werken ze voor digital only’s en algemene nieuwsmagazines, en sporadisch ook voor nationale kranten.
Nogal wat freelancejournalisten pleiten voor minder rigide voorwaarden. Zo pleit men voor steun die in verhouding staat met het inkomstenverlies en zonder de kunstmatige drempel van 60%, die voor de Vlaamse premies geldt. Enkele respondenten geven aan dat de voorwaarde van geen werk gedurende zeven opeenvolgende dagen weinig compatibel is met freelancejournalistiek. Die voorwaarde was van toepassing voor het federale overbruggingsrecht en de Brusselse premie.
Onzekerheid troef
De voorbije maanden bleek nog maar eens hoe kwetsbaar de freelancer is, ondanks de inhaalbeweging op het vlak van wettelijke sociale bescherming de voorbije jaren. De vragen naar billijke 'opzeggingstermijnen' en een 'werkloosheidsuitkering' liggen dan ook opnieuw op tafel. Veel freelancers hadden bovendien te lijden onder wanbetaling vanwege hun uitgever. Zij eisen daarom een correcte naleving van de wettelijke regeling inzake betalingsachterstand.
Maar crisissen zijn ook uitdagingen. Meerdere respondenten geven aan dat ze uit noodzaak op zoek gingen naar nieuwe opdrachtgevers, waardoor ze nu kunnen terugvallen op een ruimer netwerk. Daarmee samenhangend zijn veel freelancers ook beloond voor het eigen initiatief dat ze aan de dag legden in de crisisperiode. Tot slot maakten tal van journalisten ook gebruik van de luwe momenten om zich bij te scholen. Het ruime online aanbod speelde daar perfect op in.
Het neemt de onzekerheid over de toekomst niet weg. Tegenover een groeiende lezersmarkt stonden de voorbije maanden tegenvallende advertentie-inkomsten, en dat deed uitgevers de handrem aantrekken of de stekker eruit trekken. Velen vragen zich dan ook ongerust af wat de komende tijd nog zal brengen voor een sector die allang onder druk staat en waar ook technologische vernieuwing een grote impact heeft.
(Foto: Belga/Benoit Doppagne)