België is een van de weinige West-Europese landen zonder algemene declassificatieprocedure. Geclassificeerde stukken blijven er in principe geclassificeerd. Een nieuw wetsvoorstel, dat de Kamer er in haar laatste zitting nog wil doorjagen, maakt daar een einde aan. Na een verplichte evaluatie wordt vertrouwelijke, geheime en zeer geheime informatie voortaan na twintig, dertig en vijftig jaar vrijgegeven. Het wetsvoorstel voert geen automatische declassificatie in en komt zo tegemoet aan eerder geformuleerde kritiek van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ook het uitblijven van een beslissing tot behoud van classificatie heeft niet tot gevolg dat het stuk automatisch wordt gedeclassificeerd.
Tegelijk breekt de wetgever met het verleden en moeten controleorganen als het Comité I en het Controleorgaan op de Politionele Informatie erop toezien dat de basisfilosofie van de wetgeving (verval van classificatie na een bepaalde periode) wordt nageleefd. Behoud van classificatie is enkel mogelijk na evaluatie en mits motivatie. Bovendien vervalt de classificatie hoe dan ook na honderd jaar, ook voor bestaande documenten. De classificatie is gekoppeld aan een machtigings- en sanctieregime. Kennis nemen van geclassificeerde stukken kan enkel als houder van de juiste veiligheidsmachtiging en moet zijn ingegeven door professionele noodzaak (need to know). Wie geclassificeerde informatie ongeoorloofd verspreidt, riskeert een gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en / of een geldboete.
De nieuwe declassificatieregeling verzoent veiligheid met bestuurlijke transparantie en faciliteert internationale uitwisseling met bevriende landen en organisaties als de NAVO en de EU. In de aanloop naar dit herwerkte wetsvoorstel werden verschillende hoorzittingen georganiseerd. Naast de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en onder meer het Rijksarchief en Cegesoma (het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij) werd ook de VVJ gehoord. (CM)