Nog altijd zien journalisten hun werk opduiken op internet zonder dat hen daarvoor toestemming werd gevraagd. Sommige copycats presteren het zelfs om hun eigen naam bij dat artikel of die foto te zetten. Toch zijn er meer en meer mogelijkheden om dergelijk plagiaat op het spoor te komen, en er een gepaste schadevergoeding voor te verkrijgen.
Charlotte Michils
Tools om je artikels en foto’s online op te sporen
Om je artikels op het spoor te komen kun je om te beginnen terecht bij good old Google. Door je eigen naam in te tikken en als bestandstype '.pdf' of '.doc' aan te vinken bij 'Instellingen' en vervolgens 'Geavanceerd zoeken' worden niet alleen de bestandsnamen maar ook alle bestanden zelf onderzocht. Vanzelfsprekend werkt die truc alleen wanneer men je naam onder je artikel heeft vermeld, wat natuurlijk lang niet altijd het geval is. Andere inbreuken kun je opsporen door zinnen of zinsneden uit je werk in te voeren in de zoekbalk. Door de geselecteerde tekst tussen aanhalingstekens te plaatsen krijg je enkel resultaten die een exacte kopie van jouw tekst zijn.
Google is niet de enige vriend op je tocht. Naast de populaire zoekmachine zijn er diverse speciale online tools. Op de website van Copyscape bijvoorbeeld kun je de url van je website invoeren om na te gaan of andere websites teksten van jouw website hebben overgenomen. De aangeboden diensten zijn tot op zekere hoogte gratis; als je een performantere search wil, moet je met centen over de brug komen. Met de betalende dienst Copysentry wordt het web automatisch doorzocht en word je per mail op de hoogte gebracht als jouw content ergens wordt teruggevonden. Een andere tool die hier zeker kan worden vermeld is Plagium, dat plagiaat opspoort door op stukken tekst te zoeken. De dienst wordt duurder naargelang je meer eisen stelt aan je zoektocht.
Om je foto’s op te sporen kun je een beroep doen op alweer Google maar ook op Graphic Detective. Beide tools maken gebruik van de 'reverse image search'. Je laadt eerst je foto’s dan wel de url op naar de zoekfunctie en dan zoekt de software op welke websites de foto is verschenen. Verder is er nog imgSeek, een programma dat, eens geïnstalleerd, voor jou exacte of gelijkende beelden gaat opsnorren.
Handhaving
De meeste van deze tools zijn gericht op het vinden van auteursrechtelijke inbreuken. Ze bieden niet per se houvast op het vlak van handhaving. Op Google na dan. Aan Google kun je als gedupeerde auteur vragen om de illegale content te laten verwijderen. Via de functie 'spam report' zorg je ervoor dat de geviseerde content wordt gehaald uit de index en de zoekresultaten. Zo wordt het een pak moeilijker voor de inbreukmakende websites om bezocht te worden.
Als dat geen soelaas brengt, kun je via Google ook juridische stappen ondernemen. Dat is natuurlijk opletten geblazen. Zo staat te lezen dat je aansprakelijk kan worden gesteld voor geleden schade (inclusief gemaakte kosten en advocaatkosten) als je niet kunt aantonen dat een product of activiteit je auteursrechten schendt. Naast Google zet ook het hierboven vermelde Graphics Detective in op handhaving en vordert het vergoedingen bij een vastgestelde inbreuk.
Een meer ambachtelijke werkwijze is om gewoon een ingebrekestelling op te stellen. In die brief maak je dan hard dat je auteursrechtelijk beschermd werk zonder toestemming werd gereproduceerd op website X of in krant Y. Vervolgens plak je een bedrag op de overtreding (zie verder). Stuur je brief aangetekend op.
Zorg ervoor dat je kunt bewijzen wanneer je het werk hebt gemaakt. Een klassiek verweer is nu eenmaal dat je niet de oorspronkelijke auteur bent. De datum van je werk kan op allerlei manieren worden aangetoond: mails, de geschiedenis van je website-updates… Ook de website Wayback Machine kan je hier mogelijk bij helpen.
Geen jackpot, toch niet te verwaarlozen
Nogal wat auteurs geven aan dat de genoemde tools renderen. Het grote geld leveren ze niet op, maar een aardige bijverdienste betekent het wel. Terwijl je er toch relatief weinig moet voor doen.
Onze Journalisten Auteursmaatschappij (JAM) hanteert een vrij vaste formule voor de berekening van vergoedingen voor auteursrechtelijke inbreuken. Die omvat de oorspronkelijke (maar gemiste) auteursrechtelijke vergoeding, al dan niet vermeerderd met 100% bij niet-naamsvermelding en met 200% wanneer er geen voorafgaandelijke toestemming werd gevraagd. Meer en meer rechterlijke uitspraken schragen deze of gelijksoortige werkwijzen.
Het succes wordt bovendien geschraagd door rechterlijke uitspraken, zij het dan in het buitenland. Op 22 juni 2018 nog sprak de rechtbank van eerste aanleg in Amsterdam zich uit in een zaak waarin een artikel zonder toestemming was verschenen op de website van Media Digitaal. De rechter achtte de geleden schade bewezen en veroordeelde de verweerder tot een som bestaande uit de auteursrechtelijke vergoeding en een vergoeding voor de geleden immateriële schade. Die behelsde volgens de rechtbank het verlies aan exclusiviteit en de vermindering van exploitatiemogelijkheden. De vergoeding voor deze immateriële schade werd bepaald op 50% van de gederfde auteursrechtelijke vergoeding.
Auteursrecht: het juridisch kader
Als je een artikel of foto maakt, kun je je auteursrecht automatisch laten gelden daarop. Je hoeft er niets bijzonders voor te doen. Auteursrecht ontstaat op het moment dat je idee wordt geconcretiseerd en je creatie blijk geeft van originaliteit. Het auteursrecht op een werk eindigt 70 jaar na de dood van de maker.
Het auteursrecht is ook een exclusief recht. Dat betekent dat men je creatie niet zonder je toestemming mag reproduceren. Samen met je toestemming wordt er veelal ook een vergoeding geregeld. Het maakt niet uit of je artikel in zijn geheel of gedeeltelijk wordt overgenomen of wanneer je foto in de krant terechtkomt dan wel op een nieuwsblog: toestemming is en blijft nodig. Ook het doel van de reproductie speelt geen rol: naast commerciële actoren moeten dus ook non-profitinitiatieven toestemming vragen en krijgen. Als journalist heb je trouwens het recht om te bepalen waar je werk terechtkomt. Zo kun je ervoor kiezen om in welbepaalde media te publiceren en in andere niet. Ook elementen uit je werk nemen en er andere aan toevoegen, kunnen alleen met jouw go. Hetzelfde geldt voor vertaalwerk. Iemand wil je longread in een andere taal? Jouw toestemming is nodig voor de vertaling én de reproductie daarvan.
Daarnaast moet een uitgever, omroep of ander mediaplatform ook altijd rekening houden met morele auteursrechten. Zo kan een journalist beslissen om iets in eigen naam te publiceren, maar even goed onder een pseudoniem of zelfs anoniem. Daarnaast kan hij of zij ook beslissen om iets niet bekend te maken. Bijvoorbeeld omdat iets niet goed genoeg is of omdat iets slechts een momentopname is. En tot slot heb je als journalist ook zoiets als een integriteitsrecht, wat inhoudt dat men niet zomaar mag inhakken op je werk. Knippen in een foto en fameus gaan schrappen in je tekst? Eigenlijk is dat not done.
Schakel de VVJ in
Geen reactie langs de kant van de inbreukmaker? Schakel de VVJ in. Wij helpen je met de ingebrekestelling en zetten zo nodig druk via de beroepsvereniging, al dan niet met de hulp van een advocaat.
Charlotte Michils
Credits foto: © Neema Frederic/Gamma/Photo News