Gisteren raakte bekend dat DPG Media derdenverzet aanspande in de zaak van het publicatieverbod over uitspraken van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. De zaak gaat over vermeende racistische uitspraken die Rousseau tegenover agenten zou gedaan hebben in de nacht van 1 op 2 september, voor een café in Sint-Niklaas. HLN en VTM NIEUWS haalden voor hun berichtgeving passages uit het proces-verbaal dat de politie opstelde tegen Conner Rousseau.
De maatregel van de kortgedingrechter zorgde voor een storm van protest. Het publicatieverbod is in de eerste plaats strijdig met het grondwettelijk verbod van preventieve censuur (artikel 25, lid 1 GW). A posteriori ingrijpen na een belangenafweging kan, voorafgaandelijk een publicatieverbod uitvaardigen daarentegen kan niet. Hoewel het geheim van het onderzoek zijn functie heeft – het zorgt ervoor dat het onderzoek in alle sereniteit kan worden gevoerd en dat het vermoeden van onschuld in hoofde van de verdachte wordt beschermd – blijft het belangrijk dat het publiek toegang heeft tot maatschappelijk relevante informatie. Ook aspecten van het privéleven van een partijvoorzitter met een invloed op zijn publieke functioneren vallen daar mogelijk daaronder.
Het VVJ-bestuur beslist nu om zich aan te sluiten bij het derdenverzet van DPG Media. Het steunt de zaak van DPG Media én treedt bij uitbreiding op namens de sector – mediabedrijven en journalisten – omdat de beschikking op eenzijdig verzoekschrift ‘elke rechts- en natuurlijke persoon’ verbiedt te citeren uit het proces-verbaal.
Het VVJ-verzoekschrift tot vrijwillige tussenkomst focust zich allereerst op de inbreuk op het grondwettelijk verbod van preventieve censuur, in subsidiaire orde gaat het in op de broodnodige belangenafweging tussen het geheim van het onderzoek en het recht op informatie.
Meer info
Charlotte Michils, algemeen secretaris Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ): 0494 44 54 91 – charlotte.michils@journalist.be
(Foto: Jasper Jacobs/BELGA PHOTO)