Op 1 februari lanceerden de VVJ en KeKi (Kenniscentrum Kinderrechten) de Kindwijzer: een leidraad voor een journalistiek die is afgestemd op een jong publiek. In tijden van desinformatie en polarisering kan dat redacties best van pas komen.
De Kindwijzer maakt deel uit van het grotere project NieuwsWijsNeuzen, dat behalve op jongerenwijze journalistiek ook mikt op mediawijze jongeren. De Vlaamse Regering investeerde deze legislatuur ruim 3 miljoen euro in projecten als deze. Benjamin Dalle, minister van Media en Jeugd: “Kinderen en jongeren komen al op jonge leeftijd in aanraking met journalistiek: ze kijken mee naar het journaal of botsen op nieuws via sociale media. Daarom houden journalisten best ook rekening met deze doelgroep. Kinderen en jongeren vragen om nieuws dat hen informeert en interesseert. De juiste taal gebruiken is daarbij belangrijk. Er wordt nog te vaak gesproken over jongeren in plaats van met jongeren. Ik vind het dus een goede zaak dat deze Kindwijzer daar ook aandacht voor heeft.”
Voor wie?
De Kindwijzer is bestemd voor iedereen die nieuws gericht op kinderen en jongeren maakt of verspreidt. In de eerste plaats zijn dat kinder- en jeugdjournalisten die reeds professioneel actief of nog in opleiding zijn. Maar ook reguliere journalisten hebben de verantwoordelijkheid hun nieuwsaanbod mee af te stemmen op een jong publiek. Ze hebben daar ook baat bij, als ze ook in de toekomst het vertrouwen van hun nieuwsgebruikers willen behouden.
Wat biedt de Kindwijzer?
De Kindwijzer biedt algemene aanbevelingen en concrete handvatten voor een journalistieke berichtgeving die op maat is van kinderen en jongeren, hen met respect behandelt, hun vertrouwen in de media stimuleert en hen actief beschermt tegen desinformatie. Deze leidraad is gebaseerd op het Kinderrechtenverdrag, wetenschappelijk onderzoek over desinformatie, richtlijnen die eerder al werden ontwikkeld door Mediawijs en interviews met journalisten, onderzoekers en leerkrachten.
De aanbevelingen en handvatten zijn opgedeeld in zes luiken: Een toegankelijk (1) nieuwsaanbod is de eerste voorwaarde om bij kinderen en jongeren interesse in kwalitatieve berichtgeving en vertrouwen in ‘de journalistiek’ en ‘de media’ op te wekken. Daarom is het aanbevolen om nieuws naar jonge burgers te brengen, te vertrekken vanuit hun leefwerelden en rechtstreekse contacten te onderhouden. Deze brede toegankelijkheid dient tegelijkertijd het recht op non-discriminatie. Door in te zetten op begrijpelijke (2) en beschermende (3) berichtgeving, erkennen journalisten dat hun jonge publiek bestaat uit mensen in volle ontwikkeling die recht hebben op bijzondere aandacht en zorg. Dit kan aan de hand van een herkenbaar, behapbaar en transparant nieuwsaanbod dat rekening houdt met de psychologische impact op het publiek. Deze inzet dient ook het recht op non-discriminatie en op overleven. Door middel van stimulerende (4) en participatieve (5) journalistiek erkennen journalisten hun jonge publiek tegelijk als volwaardige nieuwszoekers en als burgers met eigen interesses. Dit kan door divers nieuws te brengen dat de ontwikkeling en burgerzin van kinderen en jongeren bevordert, en door hen waar mogelijk te betrekken in journalistieke processen. Deze erkenning dient zowel het recht op ontwikkeling als dat op participatie. Zowel de bescherming als de activering van kinderen en jongeren vereist dat journalisten specifieke aandacht schenken aan het bestrijden van desinformatie (6). Dit omvat het weren van haatzaaiende boodschappen, het duiden van misleidende berichten en het demonstreren hoe kinderen en jongeren zelf kunnen factchecken. Zo bewaken journalisten het recht op informatie.
Contact:
Simon Truwant (KeKi) – 0478 314 305
Pol Deltour (VVJ Academy) – 0478 38 10 33
Op de foto v.l.n.r. Simon Truwant (KeKi), Benjamin Dalle (minister van Media en Jeugd), Marjorie Blomme (hoofdredacteur StampMedia), Kristin Van Damme (senior researcher imec-smit / Centre for Journalism Studies UGent)