De VVJ en de Vlaamse uitgevers hebben met de Dienst Voorafgaande Beslissingen (DVB) van de FOD Financiën een akkoord bereikt over het fiscaal statuut van de vergoedingen die nieuwsmedia betalen aan freelancejournalisten voor de overdracht van auteursrechtelijke bijdragen. Volgens deze ‘ruling’ wordt de helft van de vergoeding beschouwd als gewone ‘baten’, de andere helft als ‘auteursrechtelijke vergoeding’, waarop een specifiek fiscaal regime van toepassing is. De 50/50 regeling geldt voor zowel freelancers in hoofd- als in bijberoep. Ze treedt in werking op 1 juli 2017.
Wat voorafging…
Freelancejournalisten hebben momenteel doorgaans contracten die bepalen dat het totaalbedrag van de inkomsten voor gepubliceerde artikels en/of foto's een “vergoeding voor auteursrechten” zijn. Als zodanig vallen die inkomsten onder een fiscaal gunstige regeling (zie hierna).
Na een grootschalig onderzoek besloot de belastingadministratie evenwel dat dit fiscaal gunstig regime onterecht wordt toegepast op de volledige inkomsten verkregen door freelancejournalisten. Volgens financiën kunnen de inkomsten van freelancejournalisten slechts gedeeltelijk (en in welbepaalde gevallen zelfs helemaal niet) worden gekwalificeerd als auteursrechtenvergoedingen. Een deel moet met andere woorden als (hoger belaste) baten worden aangegeven. Dit heeft geleid tot een rechtzetting van de fiscale situatie van diverse freelancejournalisten.
Hoewel de mediasector principieel een andere zienswijze blijft huldigen, knoopten de VVJ (en haar Franstalige zustervereniging AJP) samen met de persuitgevers gesprekken aan met de belastingadministratie om tot een praktische en rechtszekere oplossing te komen. In dit kader kwamen de VVJ en de Vlaamse persuitgevers tot een protocolakkoord over de vergoedingen van freelancejournalisten. Daarin werd een verdeelsleutel afgesproken die enerzijds tegemoet komt aan de verzuchtingen van de belastingadministratie om een opsplitsing te maken, en anderzijds toch overeenstemt met het doel van de wet om artistieke beroepen (schrijvers, fotografen, kunstenaars) fiscaal te ondersteunen.
Volgens de afgesproken verdeelsleutel worden de inkomsten uit gepubliceerde artikels en foto’s van freelancejournalisten vanaf 1 juli 2017 voor 50% als auteursrechtenvergoedingen en voor 50% als baten beschouwd.
De DVB bij Financiën heeft deze verdeelsleutel nu formeel bevestigd op 4 april 2017.
Vragen en antwoorden
Welk specifiek fiscaal regime geldt weer voor auteursrechtelijke vergoedingen?
Op gewone beroepsinkomsten of ‘baten’ betaal je tussen de 25 en de 50 % inkomstenbelastingen. Voor je inkomsten 2017 bij voorbeeld zit je vanaf 38.830 euro al aan die 50 %. Op inkomsten uit de overdracht van auteursrechten daarentegen betaal je maar 15 % zogenaamde roerende voorheffing. Dat is een belasting die al door de opdrachtgever/uitgever wordt ingehouden ‘aan de bron’. Bovendien worden forfaitaire kosten in rekening gebracht – kosten die je dus niet hoeft te bewijzen – en zo gaat het nog om minder dan 15 %.
Voor het aanslagjaar 2017 / inkomsten2016 ziet het er als volgt uit:
Auteursrechten
|
Forfaitaire kosten | Belastbaar
(maximum) |
Roerende voorheffing |
€ 0 – € 15.360 | 50% | € 7.680 | 15% (= € 1.152) |
€ 15.360 – € 30.710 | 25 % | € 11.512,50 | 15 % (= € 1.726,88) |
€ 30.710 – € 57.590 | 0 % | € 26.880 | 15% (= € 4..032) |
> € 57.590 | 30% (maar verrekenbaar met de progressieve inkomstenbelasting (tussen 25 en 50%) |
Als je aan het maximale bedrag (€ 57.590) aan auteursrechten komt, betaal je hierop 12 % (= € 6.910,88) aan roerende voorheffing.
Voor het aanslagjaar 2018 / inkomsten 2017 zijn de cijfers de volgende:
Auteursrechten
|
Forfaitaire kosten | Belastbaar
(maximum) |
Roerende voorheffing |
€ 0 – € 15.660 | 50% | € 7.830 | 15% (= € 1.174,50) |
€ 15.660 – € 31.320 | 25 % | € 11.745 | 15 % (= € 1.761,75) |
€ 31.320 – € 58.720 | 0 % | € 27.400 | 15% (= € 4.110) |
> € 58.720 | 30% (maar verrekenbaar met de progressieve inkomstenbelasting (tussen 25 en 50%) |
Als je aan het maximale bedrag (€ 58.720) aan auteursrechten komt, betaal je hierop 12 % (= € 7.046,25) aan roerende voorheffing.
Moeten de belastingdiensten zich nu aan deze ruling houden?
Dat is het geval voor zover de betrokkenen vallen binnen de omschrijvingen van de ruling en voor zover aan de voorwaarden hierin wordt voldaan. Zo moet het gaan om een auteursrechtelijk beschermd werk waarvan de auteursrechten worden overgedragen. Heel belangrijk is dat de DVB in haar beslissing van 4 april expliciet bevestigt dat journalistiek werk onder auteursrechtelijke bescherming valt. De overdracht van auteursrechten kan gebeuren bij wijze van vervreemding of licentie, of nog door een cessie of concessie van de rechten op het werk.
Opgelet: wie geen geschreven contract heeft, kan zich niet beroepen op de toepassing van de ruling. Zorg dus wel degelijk voor een duidelijk contract met je uitgever(s).
Ik werk als zelfstandige in bijberoep. Geldt die regeling ook voor mij?
Ja, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen freelancen in hoofd- en bijberoep.
De ruling is aangevraagd door de VVJ en verder de uitgevers Belga, Mediahuis, De Persgroep, Mediafin en Roularta. Als ik voor een andere uitgever werk, geldt die ruling dan ook voor mij en die uitgever?
De ruling geldt sowieso voor freelancers die voor een of meerdere publicaties van de in de ruling opgesomde uitgevers werken. Maar ongetwijfeld kan de regeling ook door andere nieuwsmedia en freelancejournalisten worden ingeroepen, voor zover zij binnen de krijtlijnen van het protocolakkoord opereren. Desgevallend kun je hierover zelf bevestiging vragen aan de DVB.
Ik heb diverse contracten waarin sprake is van een andere verdeling dan 50/50. Moet ik die allemaal laten herzien?
De meeste uitgevers zullen wellicht vanaf 1 juli werken met nieuwe contracten. Als uw uitgevers dat niet doen, dan kunt u hun het beste voorstellen om toch een nieuw contract op te maken dat bepaalt dat u voor 50 % in auteursrechten wordt betaald.
Ik heb enkele Vlaamse uitgevers die niet werken met roerende voorheffing. Sluit dit deze inkomsten uit voor de ruling, zelfs al ondertekenen ze een contract dat het voor de helft van de betaling om auteursrechten gaat?
Als de uitgever geen roerende voorheffing inhoudt, is dat zijn verantwoordelijkheid. Bij uw fiscale aangifte zult u toch het totaal aan bruto ontvangen auteursrechten moeten invullen, daarop de forfaitaire kosten berekenen (of kiezen voor de te bewijzen kosten) en het totaal van de al ingehouden roerende voorheffing. Als blijkt dat te weinig roerende voorheffing is ingehouden, zal de fiscus u verzoeken een achterstallige betaling te doen.
Voor binnenlandse opdrachtgevers die geen contract en geen roerende voorheffing gebruiken vermoed ik dat het veiliger is niet met auteursrechten te werken?
In principe kun je ook dan je inkomsten fiscaal opsplitsen in een 50/50 verhouding. Op voorwaarde natuurlijk dat het gaat om inkomsten uit werk dat auteursrechtelijk is beschermd. Maar het beste zorg je toch voor een contract met je uitgevers.
Hoe moet ik mijn factuur of ereloonnota nu opstellen? Moet ik de totale som opsplitsen in de helft ‘baten’ en de helft ‘auteursrechten’? Of mag ik gewoon de totale som vermelden?
We bevelen aan om geen opsplitsing te maken. Als je een factuur moet opstellen, verwijs je alleen naar de overdracht van je auteursrechten en het werk zelf (artikel, foto, etcetera, met telkens een relevante referentie zoals nummer of titel), en daar vermeld je één enkele prijs bij.
De DVB heeft overigens ook beslist dat de regeling geen impact heeft op het btw-regime. In veel gevallen vermeld je dan ook de vrijstelling volgens art. 44 §3-3 van het btw-wetboek, en als er geen vrijstelling is, het toepasselijke btw-tarief van 6 % op de auteursvergoeiding en 21% op het deel baten.
Noteer dat eventuele kostenvergoedingen (zoals verplaatsingskosten of een vergoeding voor redactievergaderingen) buiten de regeling vallen en dus wel apart moeten worden vermeld.
Hoe moet ik mijn inkomsten uit auteursrechten nu fiscaal aangeven? Is daar een aparte plaats voor in de belastingaangifte?
De 50% auteursrechtelijke vergoeding geef je aan in deel 1 van de belastingaangifte, bij Vak VII (inkomsten van kapitale en roerende goederen). Bij de letter D vind je ‘inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten, naburige rechten en wettelijk verplichte licenties’.
Bij de code 1117-47 (of 2117-17 als je de partner bent) vul je het bruto totaal aan auteursrechtelijke vergoedingen in. Bij de code 1118-46 (of 2118-16 als je de partner bent) vul je de totale kosten in. Hier kies je voor het forfait of voor je werkelijke kosten, die je dan wel moet bewijzen. Bij de code 1119-45 (of 2119-15 als je de partner bent) schrijf je het totaal aan roerende voorheffing die je opdrachtgevers hebben ingehouden.
De ruling gaat in op 1 juli 2017. Als ik straks, tegen eind juni, mijn inkomsten van 2016 fiscaal ga aangeven, hoe moet dat dan? Moet of kan dat ook al in de 50/50 verhouding? Of kan dat nog in 100 % auteursrechten als ik met mijn uitgevers een overeenkomst heb die bepaalt dat ik uitsluitend in auteursrechten word betaald?
Je belastingaangifte dit jaar valt nog onder het vroegere regime, zoals we dat sinds 2008 kennen. Consequent handelen zou betekenen dat je, gezien je contract, je inkomen fiscaal in 100 % auteursrechten aangeeft. Maar neem toch het best even contact op met je boekhouder of met de VVJ.
En wat doe ik dan volgend jaar, in de aangifte 2018, voor het inkomen tussen 1 januari en 1 juli 2017?
De verhouding voor die eerste jaarhelft moet je zelf bepalen. Vanaf 1 juli 2017 zullen nieuwe contracten van kracht zijn. Heb je tot dan nog een contract dat bepaalt dat je volledig in auteursrechten wordt betaald, dan zou je in principe voor de eerste helft van het jaar je inkomsten ook zo fiscaal kunnen aangeven. Maar het staat je uiteraard vrij om – veiligheidshalve – voor het hele jaar de 50/50 regeling toe te passen. Noteer in dat geval wel dat de relevante facturen, fiches en inhoudingen niet in lijn met je aangifte zullen zijn en dat de belastingadministratie jou om uitleg zou kunnen vragen om het verschil te verduidelijken. Neem hierover eventueel contact op met je boekhouder of met de VVJ.
Ik maak beroepskosten. Als ik nu de helft van mijn inkomen fiscaal als auteursrechten aangeef, betekent dit dan dat ik ook maar de helft van mijn beroepskosten kan inbrengen bij het deel ‘baten’?
Dat is inderdaad logisch. Als de helft van je inkomsten wordt beschouwd als auteursrechten, dan mag worden verondersteld dat ook de helft van je beroepskosten aan die auteursrechten worden toegewezen. Dat betekent dus dat je voor de beroepskosten die je in baten aangeeft slechts de helft van je totale beroepskosten kunt inbrengen.
De forfaitaire kosten voor auteursrechten zijn vrij hoog, maar het staat je vrij dat forfait niet te kiezen en te gaan voor het bewijzen van je werkelijke beroepskosten voor het gedeelte auteursrechten.
Er is bij inkomen uit auteursrecht een groot deel ‘forfaitaire kosten’, tot een bepaald inkomen. De opdrachtgever moet daar rekening mee houden bij het inhouden van de 15 % roerende voorheffing. Maar ik heb diverse opdrachtgevers: hoe weten die van elkaar dat ik in totaal bepaalde inkomensgrenzen overschrijd?
Die uitgevers weten dat niet. Daarom moet je zelf, bij het invullen van je belastingaangifte, hettotaal van je bruto inkomsten aan auteursrechten vermelden en het totaal van de roerende voorheffing die je diverse opdrachtgevers hebben ingehouden. De fiscus zal dan berekenen hoeveel je eventueel nog moet bijbetalen aan belasting op inkomen uit auteursrechten.
Ik zet ook mijn gemaakte kosten op mijn factuur, omdat de opdrachtgever die terugbetaalt. Moet ik die in het totale bedrag opnemen voor ik de splitsing maak in 50-50
Neen. Kosten mogen niet worden meegeteld in het bedrag dat je uitsplitst in ‘baten’ en ‘auteursrechten’.
Voor zover je onderworpen bent aan de btw, hoe zit het daarmee? Moet ik enkel btw aanrekenen op de helft baten (dienstverlening), en hoe zit het dan met de btw op de helft auteursrechten?
Om te beginnen: veel freelancejournalisten genieten van een btw-vrijstelling en moeten dus in het geheel geen btw aanrekenen op de factuur. Dit zal met name het geval zijn indien je – als natuurlijke persoon – werken aanlevert onder een uitgavecontract (vrijstelling volgens art. 44 §3-3° van het btw-wetboek). Twijfel je of je contract als een uitgavecontract geldt, overleg dan even met je uitgever(s). Ook mogelijk is dat je koos voor de algemene btw-vrijstelling wegens ‘kleine onderneming’, wat kan met een jaaromzet lager dan € 25.000.
Hoe zit het met mijn kwartaalbijdragen aan mijn sociaalverzekeringsfonds: worden die berekend op het totale inkomen of alleen maar op die 50 % baten?
Je sociale kwartaalbijdragen worden berekend op je beroepsinkomen (= baten), niet op je roerend inkomen (= auteursrechten). Dat betekent dus dat je louter sociale bijdragen betaalt op de 50 % baten. Maar onthoud wel dat er een minimum jaarinkomen geldt van € 13.296,25(bedrag voor 2017) voor de berekening van de kwartaalbijdragen.
Dit is de situatie voor hoofdberoepers. Wie zelfstandige journalistiek bedrijft alsnevenberoep, naast een ander hoofdstatuut, geniet voor zijn sociale zekerheid als freelancers een vrijstelling (artikel 5 van het KB nr. 38 van 27 juli 1967). Zij moeten voor hun journalistieke activiteit dus geen sociale bijdragen betalen.
Ik heb tot nu toe via mijn vennootschap gefactureerd, wat impliceert dat ik niet van fiscaal voordelige auteursrechten kon genieten. Ben ik financieel beter af als ik in de toekomst als fysieke persoon, eenmanszaak dus, 50 % baten en 50 % auteursrechten aangeef?
Dat valt niet zo meteen te zeggen. Je moet de vennootschapsbelasting (en de andere lasten die gepaard gaan met een vennootschap) afwegen tegen de (meestal) hogere personenbelasting op je inkomsten uit baten en de lagere belasting op je roerend inkomen uit auteursrechten. Daar komen ook nog andere factoren – zoals gezinssituatie en diverse aftrekposten – bij kijken. Dat allemaal afwegen kun je alleen door goede simulaties uit te voeren. Wellicht kan een boekhouder je daarbij helpen.
Ik heb een betwisting lopen met de belastingadministratie over voorgaande jaren: ik gaf mijn inkomsten volledig als ‘auteursrechtelijke vergoeding’ aan en de belastingadministratie zette dit om in ‘baten’. Wat is het gevolg van de nieuwe ruling voor die betwisting?
De ruling gaat niet over de voorgaande jaren. Wel proberen we met de top van de fiscale overheid nog tot een compromis te komen over hangende dossiers waarin een aangifte in 100% auteursrechtenvergoeding expliciet is verworpen. Ook daarvoor streven we naar een 50/50-regeling. Uiteraard geldt dat dan niet voor diegenen die met de fiscale overheid intussen een regeling zijn overeengekomen en hebben ondertekend.
Tot slot: hoe zit het met de vergoeding voor reprografierechten die ik via de JAM krijg?
Deze vergoedingen vallen niet onder de ruling. Zij zijn wel degelijk voor 100 % te beschouwen als auteursrechtelijke vergoedingen, waarop het specifieke fiscale regime automatisch van toepassing is.
(PD / ID)