Iedereen die dat wil kan journalistiek actief zijn, en zich ook gewoon ‘journalist’ noemen. Dat maakt deel uit van de persvrijheid in het land.
Toch maakt de wet een onderscheid tussen soorten journalisten. Wie immers op een professionele en onafhankelijke manier nieuws verslaat voor een groot publiek, kan aanspraak maken op het statuut van ‘beroepsjournalist’.
- Erkenningsvoorwaarden
- Stagiair-beroepsjournalist
- Hoe aanvragen ?
- Faciliteiten voor (stagiair-)beroepsjournalisten
- Journalisten van beroep
- Journalisten in bijberoep
Wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van (beroeps)journalist
(Belgisch Staatsblad van 14 januari 1964)
Artikel 1. – Niemand mag gerechtigd worden de titel van beroepsjournalist te voeren tenzij hij aan de volgende voorwaarden voldoet :
1° Tenminste eenentwintig jaar oud zijn;
2° In België, geheel noch gedeeltelijk vervallen verklaard zijn van de rechten opgesomd in de artikelen 31 en 123 sexies van het Strafwetboek en, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 2, in het buitenland geen veroordeling hebben ondergaan die, indien zij in België ware uitgesproken, geheel of gedeeltelijk het verlies van deze rechten tot gevolg zou hebben;
3° In zijn hoofdberoep en tegen bezoldiging deelnemen aan de redactie van dag- of periodieke bladen, radio- of televisienieuwsuitzendingen, filmjournaals, of persagentschappen, een en ander voor algemene berichtgeving;
4° Die werkzaamheid tenminste twee jaar lang als gewoon beroep uitgeoefend en ze niet sedert meer dan twee jaar gestaakt hebben;
5° Geen enkele vorm van handel drijven en met name geen op reclame gerichte werkzaamheid uitoefenen, behalve als directeur van een blad, een nieuwsuitzending, een filmjournaal of een persagentschap.
Voor de toepassing van dit artikel:
- Moeten onder bladen, radio- of tv-nieuwsuitzendingen, filmjournaals of persagentschappen voor algemene berichtgeving verstaan worden die welke, eensdeels, nieuws verstrekken dat betrekking heeft op het actualiteitsgebeuren in `t algemeen en, anderdeels, die welke zich richten tot de lezers, de luisteraars en de toeschouwers in `t algemeen;
- Moeten onder redactie verstaan worden de activiteiten uitgeoefend o.m. als directeur, redacteur, tekenaar, persfotograaf, filmreporter of correspondent voor België.
Commerciële, technische en administratieve werkzaamheid alsook correctie-, telex-, reclame en zetterijwerkzaamheid worden geacht buiten de redactie te staan, behalve wanneer zij onder de persoonlijke bevoegdheid van de directeur van het blad, de nieuwsuitzending, het filmjournaal of het persagentschap ressorteren.
Art. 2. – Een erkenningscommissie van eerste instantie en een commissie van beroep zullen worden ingesteld om zich uit te spreken of de belanghebbenden aan de bij artikel 1 gestelde voorwaarden tot het verlenen van de titel van beroepsjournalist voldoen of eventueel niet meer voldoen.
Indien de betrokkene een veroordeling ondergaan heeft in het buitenland, zullen deze commissies oordelen of, gezien de omstandigheden van het geding, met de in het buitenland uitgesproken veroordeling rekening dient te worden gehouden.
De Koning regelt de organisatie en de werking van deze commissies en bepaalt de te volgen procedure. Hij benoemt de werkende en plaatsvervangende leden op dubbele lijsten ingediend door de door hem aangewezen verenigingen en groeperingen. De commissie van beroep wordt evenwel voorgezeten door een werkend lid of een eremagistraat.
Art. 3. – Met een geldboete van 200 frank tot 1.000 frank wordt gestraft ieder die zich in het openbaar de titel van beroepsjournalist toeëigent zonder daartoe gerechtigd te zijn. Artikel 85, eerste lid, van het strafwetboek vindt toepassing op dit misdrijf.