Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof van beroep verdubbelt opzegvergoeding freelancer

Aanvankelijk, op 9 januari 2004 was dat, had Gust Verwerft uitgeverij Cascade voor de rechtbank gedaagd, met een eis van 33.800 euro, zijnde 26 weken à 1.300 euro per week. Aanleiding was het eenzijdig verbreken door de uitgeverij van een exclusieve samenwerkingsovereenkomst – die bestond sinds november 2002 – nadat Cascade eerder had voorgesteld zijn honorering drastisch terug te schroeven. Op 16 september 2003 verscheen de laatste bijdrage van Verwerft in “Zondagsblad” en nadien verbrak Cascade de overeenkomst.

Op 11 februari 2005 veroordeelde de rechtbank in eerste aanleg uitgeverij Cascade tot het betalen van 5.200 euro, wat overeenkwam met de vergoeding die Verwerft ontving voor vier weken rechtbankverslaggeving voor “Zondagsblad”. De uitgever is op 17 mei 2005 tegen dat vonnis in beroep gegaan, met het verzoek de oorspronkelijke vordering van Verwerft ongegrond te verklaren. Op zijn beurt vroeg de freelancer dan een schadevergoeding van 15.600 à 33.800 euro.

Het hof van beroep heeft nu geoordeeld dat de contractuele verhouding tussen Gust Verwerft en de uitgeverij Cascade niet kan worden beschouwd als een reeks van tijdelijke onregelmatige opdrachten aan een freelancejournalist. Verwerft had namelijk maar één opdrachtgever en er werd een wekelijkse bijdrage van hem verwacht. Het hof van beroep volgt de rechtbank in eerste aanleg in het oordeel dat het gaat om een overeenkomst van onbepaalde duur.

Omdat er geen kritiek was geweest op de kwaliteit van het geleverde werk en omdat de uitgever eenzijdig de voorwaarden van de overeenkomst had gewijzigd – waardoor de journalist aanzienlijk minder inkomsten zou verwerven – oordeelt het hof dat er inderdaad sprake is van een eenzijdige verbreking.

Een dergelijke verbreking kan, mits de verbrekende partij een redelijke opzeggingstermijn in acht neemt. Die heeft de opgezegde freelancejournalist nodig om een nieuwe opdrachtgever te vinden. De eerste rechter is uitgegaan van een vergoeding van één maand, zijnde 5.200 euro. Maar het hof van beroep verwijst naar een hoorzitting voor het Vlaams parlement - over de precaire situatie van freelancers - waar Luc Vanheerentals, de voorzitter van de werkgroep freelancejournalisten en bestuurslid van de VVJ, een termijn van twee maanden als redelijk naar voren had geschoven.

Het hof van beroep is hem daarin gevolgd en oordeelt nu dat een vergoeding van twee maanden – in casu 10.400 euro – redelijk is. Het kent Verwerft die som toe, te vermeerderen met de verwijlinteresten vanaf 9 oktober 2003. Cascade moet ook Verwerfts kosten in het hoger beroep betalen. (I.D.)

Onze partners